Geen van de aangehaalde argumenten (het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning, het opzeggen en uitdreven van huurders, het vinden van een krediet, de uitvoering van de stedenbouwkundige ...

Er bestaat geen enkele reden om de incriminatieperiodes van de verschillende tenlasteleggingen te beperken. De vaststellingen van de wooninspectie zijn van die aard om te concluderen dat verschillende ...

De beklaagde betwist wel het moreel bestanddeel van het misdrijf. In de neergelegde conclusie verklaart hij dat hij niet wist dat zijn vader het gebouw ter beschikking had gesteld van derden. Hierdoor ...

Bezwaarlijk kan worden voorgehouden dat deze onderaannemers/arbeiders, die kennelijk vaak andere waren, een gezin vormden of leefden als gezin. Het feit dat er gemeenschappelijke ruimtes waren en die ...

Het is niet van belang of de woning nu al dan niet geschikt is voor bewoning of niet. Een woning dient te voldoen aan alle elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten conform art ...

3. De herstelmaatregelen van artikel 20bis Vlaamse Wooncode beogen als bijzondere vorm van teruggave, de gevolgen van de door artikel 20, § 1, Vlaamse Wooncode bedoelde misdrijven teniet te doen en de ...

3. Uit artikel 20bis, § 1, eerste lid, tweede zin, Vlaamse Wooncode en uit de ontstaansgeschiedenis ervan blijkt dat de omstandigheid dat op de woning een stedenbouwinbreuk rust tot gevolg kan hebben ...

Dat beklaagden geen huisjesmelkers zijn en wat ze zelf noemen "te goeder trouw" waren, doet hieraan geen afbreuk. Vooreerst worden beklaagden niet vervolgd voor het misdrijf 'hulsjesmelkerij'. Verder ...

Ten onrechte voert de beklaagde aan dat hij niet kon weten dat “er in dit appartement gebeurlijk ook eigenaarsherstellingen moesten uitgevoerd worden” omdat de huurder “niets van zich liet horen" ...

Het opleggen van een dwangsom als drukkingsmiddel voor het uitvoeren van het bevolen herstel is eveneens noodzakelijk. Het bedrag ervan kan, door de rechter bepaald worden zelfs zonder een specifiek ...

Noch het gegeven dat inmiddels een stedenbouwkundige vergunning werd afgeleverd, noch het feit dat de woning werd opgenomen op de inventaris van de ongeschikte en/of onbewoonbare woningen en de ...

Wat de argumentatie van de eerste en tweede beklaagde in verband met het moreel element van het misdrijf betreft, wijst de rechtbank er op dat voor wanbedrijven die bijkomend in bijzondere wetgevingen ...

Hoewel van burgerrechtelijke aard valt de herstelvordering van de wooninspecteur onder de strafvordering. Zij strekt niet tot herstel: van particuliere belangen, maar wel tot het ongedaan maken van de ...

Het voorwerp van de herstelvordering houdt in ofwel herstel van alle gebreken inzoverre een regulariserende stedenbouwkundige vergunning wordt bekomen, ofwel herbestemming of sloop bij gebreke aan ...

Beklaagden houden wel voor onoverwinnelijk in rechte gedwaald te hebben. Tevergeefs echter, nu het decreet van 4 februari 1997 en de toepassing ervan ook op seizoenarbeiders duidelijk was, zoals ...

Beklaagde werpt nog op dat zij elk opzet ontkent. Voor de feiten van tenlastelegging A (artikel 20 Vlaamse Wooncode) is echter geen algemeen of bijzonder opzet in hoofde van beklaagde vereist ...

De NV … is de enige eigenaar van het pand, en is als rechtspersoon strafrechtelijk verantwoordelijk voor de misdrijven die een intrinsiek verband houden met de verwezenlijking van het doel (NV ...

De heer … maakt aan de hand van de voorliggende stukken aannemelijk dat er inderdaad renovatiewerken werden uitgevoerd. De rechtbank kan echter niet met zekerheid uitmaken of de woning thans voldoet ...

Ambtshalve veroordeling tot herstel

Beklaagde werpt op dat de Wooninspecteur niet bewijst dat zij haar een afschrift van de herstelvordering stuurde, zoals voorgeschreven in art. 20bis §2 Vlaamse Wooncode. Volgens haar is de vordering ...

Verweerder merkt terecht op dat de collectieve schuldenregeling waartoe de eiser werd toegelaten bij beschikking van de arbeidsrechtbank van 24 november 2011 geen enkele invloed heeft op de ...

Beklaagde merkt op dat het opleggen van de herstelvordering tegenstrijdig is met de verbeurdverklaring van het onroerend goed. Deze opmerking is onterecht. De rechtbank benadrukt dat de verbeuring van ...

Beklaagde stelt thans ter zitting dat hij niet verantwoordelijk is voor de feiten vermits hij het beheer en de verhuur doorgaf een bureau. Evenwel is de rechtbank van oordeel dat beklaagde als ...

De verantwoordelijkheid voor de melding van de uitvoering van een eventueel vrijwillig herstel ligt bij de overtreder. Behoudens bewijs van het tegendeel geldt alleen het proces-verbaal van uitvoering ...

4. De door artikel 20bis Vlaamse Wooncode bepaalde herstelvordering is een bijzonder gereglementeerde vordering tot teruggave als bedoeld in artikel 44 Strafwetboek en de artikelen 161 en 189 Wetboek ...