Rechtbank eerste aanleg Dendermonde | 20-10-2014

Referentie:
DE 038.2010
Type rechtbank:
Rechtbank eerste aanleg
Jurisdictie:
Dendermonde
Trefwoorden per materie:
Inbreuk op de kwaliteitsnormen
Herstel van alle gebreken
Herbestemming / sloop
Verzwarende omstandigheid - gewoonte
Wonen

Er bestaat geen enkele reden om de incriminatieperiodes van de verschillende tenlasteleggingen te beperken. De vaststellingen van de wooninspectie zijn van die aard om te concluderen dat verschillende structurele gebreken vanaf het begin van de verhuring aanwezig waren en niet zijn ontstaan ten gevolge van bepaalde omstandigheden en/of schadelijke handelingen door een van de huurders in de loop van de verhuring.

 

Voor de tenlastelegging A wordt voor eerste, tweede en derde beklaagde voorzien dat het om een gewoonte gaat. Gelet op de bijzonder ruime incriminatieperiodes voorzien onder de tenlastelegging A, werd door het OPENBAAR MINISTERIE terecht in deze verzwarende omstandigheid voorzien. Dit geldt ook voor de tenlastelegging B voor eerste, tweede en derde beklaagde.

 

 

Door eerste en tweede beklaagde wordt opgeworpen dat het pand werd geschrapt van de lijst van ongeschikt / onbewoonbaar verklaarde woningen in de inventaris, daar het besluit van de burgemeester op 8 maart 2013 werd opgeheven. Dit werd door Wonen Oost-Vlaanderen op 18 maart 2013 gemeld. Dit is echter niet voldoende om de herstelvordering zonder voorwerp te verklaren. Dit herstel dient immers d.m.v. een PV van de wooninspectie te worden vastgesteld. De herstelvordering is conform de wet en dient te worden toegestaan.

Volgens eerste en tweede beklaagde wordt het pand niet meer verhuurd en werd het ontruimd voor de sloop. Een sloopvergunning zal worden aangevraagd. Uit deze gegevens blijkt niet dat er een herbestemming van het pand is gekomen op basis van de VCRO of dat de woning gesloopt is.