Rechtbank eerste aanleg Kortrijk | 06-11-2013

Referentie:
KO 001.2012
Type rechtbank:
Rechtbank eerste aanleg
Jurisdictie:
Kortrijk
Trefwoorden per materie:
Schuldenaar van de herstelverplichting
Herstel door niet-eigenaar
Wonen

Beklaagde werpt op dat de Wooninspecteur niet bewijst dat zij haar een afschrift van de herstelvordering stuurde, zoals voorgeschreven in art. 20bis §2 Vlaamse Wooncode. Volgens haar is de vordering daarom niet toelaatbaar, minstens niet ontvankelijk. Het is voldoende bewezen dat de Wooninspecteur op 14 mei 2012 wel een kennisgeving verstuurde naar beklaagde. Dat blijkt uit een kopie van de brief die de Wooninspecteur voorlegt (zie st. 4 Wooninspectie). De Wooninspecteur vermeldt bovendien uitdrukkelijk in de aangetekende brief van 14 mei 2012 aan het Parket te Kortrijk dat zij een kopie van de herstelvordering overmaakte aan de overtreder.

Beklaagde vermeldt dat zij het bewuste huis inmiddels heeft verkocht aan NV … De herstelvordering is volgens haar niet uitvoerbaar en de Wooninspectie heeft minstens geen actueel belang bij die vordering. De rechtbank verwijst naar de pertinente motivering van de Wooninspectie in dit verband. De herstelvordering is een vordering met een in rem (zakelijk) karakter, zodat uit de bewoordingen van art. 20 bis §1 Vlaamse Wooncode volgt dat zij opgelegd kan worden aan de "OVERTREDER" ook al is deze nadien niet meer de eigenaar van het bewuste pand. Het verweer van beklaagde mist elke grond.