Hof van Beroep Antwerpen | 18-11-2013

Referentie:
WI 7003.002
Type rechtbank:
Hof van Beroep
Jurisdictie:
Antwerpen
Trefwoorden per materie:
Rechtspersoon en organen
Schuldenaar van de herstelverplichting
Wonen

De NV … is de enige eigenaar van het pand, en is als rechtspersoon strafrechtelijk verantwoordelijk voor de misdrijven die een intrinsiek verband houden met de verwezenlijking van het doel (NV … betreft een patrimoniumvennootschap, die zich uitsluitend bezig houdt met de verhuur van het onroerend goed) van de vennootschap en die voor haar rekening werden gepleegd. De eerste rechter heeft terecht vastgesteld dat de huurgelden betaald werden aan derde beklaagde NV …, die aldus belang had bij het plegen of laten plegen voor de thans geviseerde inbreuken.

De laatste vaststelling die ter plaatse werd gedaan dateert van 17.12.2012 en hiervan werd een navolgend proces-verbaal opgesteld. Uit dit navolgend proces-verbaal met de bijgevoegde foto's blijkt dat het pand gedeeltelijk werd gesloopt. Bij gebreke aan melding van het integrale herstel (volledige afbraak dan wel herbestemming) overeenkomstig art. 20bis §6 van de Vlaamse Wooncode, gaat het hof ervan uit dat de toestand thans ongewijzigd is conform de laatste vaststelling d.d. 17.12.2012, zodat de huidige herstelvordering niet zonder voorwerp is.

Het feit dat derde beklaagde NV … in de loop van de procedure in eerste aanleg overging tot het verkopen van het betreffend onroerend goed (op 06.12.2011), verhindert niet dat de overtreders (met inbegrip van derde beklaagde NV …) alsnog veroordeeld kunnen worden tot uitvoering van de herstelvordering, met inbegrip van een dwangsom. Derde beklaagde, en bij uitbreiding eerste en tweede beklaagde [de bestuurders], hebben zich door deze verkoop met kennis van zaken in hun huidige situatie geplaatst, en kunnen deze verkoop thans bezwaarlijk aangrijpen om de gevolgen van de herstelvordering te ontlopen.