Het voorwerp van de herstelvordering houdt in ofwel herstel van alle gebreken inzoverre een regulariserende stedenbouwkundige vergunning wordt bekomen, ofwel herbestemming of sloop bij gebreke aan stedenbouwkundige vergunning. Aangezien de finaliteit van de herstelvordering betrekking heeft op de verbetering van de woningkwaliteit, moet de rechter alsnog het herstel van de gebreken bevelen indien de gebrekkige woning of kamer inmiddels niet meer verhuurd of ter beschikking gesteld wordt en er dus geen misdrijf meer is. (T. Vandromme, Woningkwaliteitsbewaking in het Vlaamse Gewest, Kluwer, nr. 421)

Door te vorderen dat alle gebreken worden weggewerkt, wordt in ieder geval vermeden dat oppervlakkig oplapwerk wordt gedaan en wordt getracht deze panden definitief uit het circuit van verkrotte panden te krijgen. Enkel wanneer alle gebreken zijn weggewerkt zal de herstelvordering zonder voorwerp zijn.

De beklaagden dienen aan te tonen dat het herstel werd gerealiseerd. Enkel het proces-verbaal van uitvoering van het herstel geldt als bewijs van het herstel.

De beklaagden hebben al voldoende tijd gekregen om vrijwillig het herstel uit te voeren, wat zij nalieten, zodat terecht de verbeurte van een dwangsom wordt gevorderd bij niet naleving van het bevel tot herstel.