- De gewestelijke woningkwaliteitsnormen zijn van openbare orde. Zij zijn de absolute minimumgrens waaronder geen verhuring mogelijk is, zelfs indien de huurder ermee akkoord zou gaan. Als verhuurder ...

De beklaagde werpt wel op dat zij nooit bewust woningen ter beschikking stelde die niet voldeden aan de minimale kwaliteitsnormen. Zij verblijft reeds een viertal jaren In een rusthuis en bezocht de ...

Het hof volgt de beklaagden niet in hun verweer dat de eerste beklaagde Murat Yucesan alleen handelde en slechts hij alleen schuld zou hebben aan de bewezen telastleggingen. De omstandigheid dat de ...

　Indien het schuldbestanddeel van een misdrijf bestaat in opzet, dit is het wetens en willens aannemen van een strafbare gedraging, vermag de rechter het bestaan van dit opzet af te leiden uit het ...

De beklaagde heeft woongelegenheden verhuurd die niet voldeden aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woon kwaliteitsvereisten die door de Vlaamse Regering worden bepaald, wat door artikel 5 ...

De tweede beklaagde betwist wel haar betrokkenheid aan de feiten. Zij stelt dat de eerste beklaagde verantwoordelijk is vermits hij alleen de huurgelden ontving en zij geen sleutel heeft van het pand ...

Het gebrek aan voorzorg of onvoorzichtigheid bestaat erin dat de eerste en tweede beklaagde nagelaten hebben te controleren of het appartement wel aan de woningkwaliteitsvereisten voldeed en dus wel ...

De eerste beklaagde is mede-eigenaar van het onroerend goed en regelde blijkens het strafdossier de praktische kant van de verhuring, zoals het ondertekenen van de contracten, de uitvoering van ...

De beklaagde beroept zich op een onoverkomelijke dwaling. Het OCMW zou hem expliciet hebben verzocht om […] de woning te laten betrekken tot aan zijn dood, goed wetende dat er een aantal mankementen ...

De beklaagde betwist wel het moreel bestanddeel van het misdrijf. In de neergelegde conclusie verklaart hij dat hij niet wist dat zijn vader het gebouw ter beschikking had gesteld van derden. Hierdoor ...

Onachtzaamheid volstaat om de feiten bewezen te verklaren, zodat volstaat dat beklaagden niet met een doelbewuste wil het strafbaar feit gepleegd hebben, maar slechts uit gebrek aan voorzorg of ...

Dat beklaagden geen huisjesmelkers zijn en wat ze zelf noemen "te goeder trouw" waren, doet hieraan geen afbreuk. Vooreerst worden beklaagden niet vervolgd voor het misdrijf 'hulsjesmelkerij'. Verder ...

De derde beklaagde, het immobiliënkantoor dient als mededader te worden beschouwd nu ze bemiddelde bij het sluiten van de huurovereenkomst en het beheer waarnam. Ze had een onderzoeksplicht of de ...

Wat de argumentatie van de eerste en tweede beklaagde in verband met het moreel element van het misdrijf betreft, wijst de rechtbank er op dat voor wanbedrijven die bijkomend in bijzondere wetgevingen ...

Het al dan niet ontvangen van huur ontslaat eerste en tweede beklaagde niet van hun verantwoordelijkheid om te vermijden dat hun pand kan bewoond worden. Zij wisten dat het pand niet voldeed aan de ...

Uit de stukken die beklaagde via zijn raadsman bijbrengt blijkt dat hij geestesgestoord was zowel op het ogenblik van de feiten als op heden. Uit de stukken blijkt tevens dat beklaagde geen gevaar ...

De heer en mevrouw ... behoorden als eigenaars van het pand te weten dat kamers aan bepaalde voorwaarden moeten voldoen om te worden verhuurd en zij moesten zich ervan vergewissen dat dit het geval ...

Verder dient te worden gewezen op het feit dat de verantwoordelijkheid van de eigenaar/verhuurder zich weerspiegelt in het moreel opzet. Het moreel bestanddeel bestaat uit onachtzaamheid ...

- Het feit dat de burgemeester de woning pas onbewoonbaar verklaarde bij besluit van 9/04/2008, toont niet aan dat beklaagden niet zouden geweten hebben dat de verhuurde kamer niet voldeed aan de ...

- Beklaagden wisten of behoorden als eigenaars / verhuurders te weten dat de woningen niet voldeden aan de in de Vlaamse Wooncode gestelde normen. Een gebrek aan voorzorg of voorzichtigheid volstaat ...

De beklaagde heeft bewust wooneenheden verhuurd terwijl deze wooneenheden belangrijke gebreken vertoonden. De vastgestelde gebreken zijn van die aard dat de beklaagde er ontegensprekelijk van op de ...

Zij stelt dat zij niet op de hoogte was van de staat van het pand. De opposante beweert dat zij zelf nooit ter plaatse geweest is, en volstrekt onwetend was aangaande de gebreken die het pand ...

Waar volgens beklaagde zij niet mee de huurcontracten (mondeling dan wel schriftelijk) afsloot, ontslaat zulks haar niet van haar controleplicht als mede-eigenaar. Evenmin doet het feit dat zij ...

Het volstaat niet te beweren dat men niet op de hoogte was van de gebreken in de woning. Het misdrijf staat vast wanneer er uit onachtzaamheid of onvoorzichtigheid werd gehandeld. Het gebrek aan ...