Zij stelt dat zij niet op de hoogte was van de staat van het pand. De opposante beweert dat zij zelf nooit ter plaatse geweest is, en volstrekt onwetend was aangaande de gebreken die het pand vertoonde. De opposante verschuilt zich ten onrechte achter haar (toenmalige) echtgenoot, teneinde haar eigen verantwoordelijkheid te ontlopen. De opposante is mede-eigenaar van het pand. Deze hoedanigheid houdt in dat zij juridisch medezeggenschap heeft over de rechten verbonden aan het pand zoals onder meer de verhuring. De loutere vaststelling dat het pand verhuurd werd toont aan dat zij haar instemming hiermee betuigde - hetgeen overigens ook blijkt uit haar verklaring – alsook met de modaliteiten ervan. Waar de verhuring de facto grotendeels werd behartigd door haar (ex-) man, dient te worden vastgesteld dat zij daar impliciet volmacht toe gaf.