De derde beklaagde, het immobiliënkantoor dient als mededader te worden beschouwd nu ze bemiddelde bij het sluiten van de huurovereenkomst en het beheer waarnam. Ze had een onderzoeksplicht of de woning aan de kwaliteitsnormen voldeed bij het aangegane engagement om voor eerste en tweede beklaagde een huurder voor de woning te zoeken. De tenlastelegging is ook in hoofde van derde beklaagde als mededader bewezen.

Eerste en tweede beklaagden verwijzen naar het feit dat de verhuur en het beheer in handen was van een professioneel in immobiliën, derde beklaagde Aktimmo BVBA, er nooit enige melding was van gebreken noch door het immobiliënkantoor noch door de huurder en het pand op 23.03.2005 in orde was verwijzende naar de plaatsbeschrijving. … De beklaagden wisten of moest weten dat de woning die zij verhuurden of ter beschikking stelden, gebrekkig was en niet aan de woningkwaliteitsvereisten voldeed. … De tenlastelegging in hoofde van eerste en tweede beklaagde is bewezen als verhuurders of diegene die de woonentiteit ter beschikking stelde via Aktimmo BVBA, de derde beklaagde, als tussenpersoon.

De rechtbank benadrukt dat elke schending van de kwaliteitsnormen strafbaar wordt gesteld zonder dat er een voorafgaandelijke ongeschikt of onbewoonbaar verklaring vereist is. Er kan strafrechtelijk worden opgetreden van zodra één gebrek wordt vastgesteld, d.w.z. één strafpunt.