Rechtbank eerste aanleg Antwerpen | 23-12-2013

Referentie:
WI
Type rechtbank:
Rechtbank eerste aanleg
Jurisdictie:
Antwerpen
Trefwoorden per materie:
Artikel 15 Vlaamse Wooncode
Rechtspersoon en organen
Onachtzaamheid
Wonen

Het al dan niet ontvangen van huur ontslaat eerste en tweede beklaagde niet van hun  verantwoordelijkheid om te vermijden dat hun pand kan bewoond worden. Zij wisten dat het pand niet voldeed aan de vereiste kwaliteitsnormen en dat het onbewoonbaar was. Het ontvangen van huurgelden is geen vereiste voor de strafbaarstelling. Onachtzaamheid volstaat ook.

 

De rechtbank benadrukt dat de feiten aan beide beklaagden kunnen worden toegerekend. Decumul van aansprakelijkheid cfr. art 5.2° lid Sw, wordt niet aanvaard. De feiten werden immers wetens en willens gepleegd binnen het kader van de rechtspersoon en hebben een intrinsiek verband met de verwezenlijking van het doel van de vennootschap (HvB, Antw. 26/10/11 en 30/1/13, onuitg.). Middels de uitbating genoten alle beklaagden inkomsten.Aan de rechtspersoon kan een gebrekkige interne organisatie worden verweten, waardoor de voorwaarden worden gecreëerd die het misdrijf mogelijk maakten. Door niet op te treden heeft zij wetens en willens een misdrijf gedoogd en wordt zij als mededader aan het misdrijf beschouwd.

Het blijkt niet dat de rechtspersoon zich tegen het optreden van de verantwoordelijke binnen de vennootschap heeft verzet of maatregelen heeft genomen om bepaalde handelingen te vermijden (Cass. 23 mei 2012, P. 11.1723.N/19).

Alle beklaagden hadden de mogelijkheid om beslissingen te nemen om inbreuken te vermijden. Nalatigheid staat in causaal verband met de inbreuken. Onachtzaamheid volstaat dus. Zowel zaakvoerder(s) als rechtspersoon dragen een eindverantwoordelijkheid.

 

De rechtbank is van oordeel dat de Stad haar kosten op zorgvuldige wijze moet aantonen. Dit wordt ook zeer uitdrukkelijk vermeld in het arrest van het Hof van Cassatie van 23 oktober 2012.De nota onder stuk 2 van het bundel van de burgerlijke partij, is geen concrete opgave van de effectief gepresteerde diensten voor de ontruiming op 12 mei 2009, noch voor het vervoer naar een transitwoning. Ook herhuisvestingskostcn, respectievelijk ontruimingskosten dienen zorgvuldig met facturen en andere concrete stavingsstukken te worden aangetoond zodat de toekenning ervan verantwoord wordt. De stukken waarnaar wordt verwezen voldoen niet en zijn niet bewijskrachtig zoals ten onrechte wordt beweerd.

Onafgezien van de discussie over het al dan niet uitvoeren van de gecontroleerde actie in het kader van de uitoefening van een bestuurlijke opdracht, meent dc rechtbank dat de schade in oorzakelijk verband slaat met de feiten die door beklaagden werden gepleegd, nog steeds op correcte wijze dient te worden aangetoond.

Er worden geen overzichtstaten van de effectief uitgevoerde tussenkomsten van de agenten en maatschappelijke werkers, bijgebracht en wat zij dan ook specifiek deden met betrekking tot de woning aan de […]

Uit de bijgebrachte stukken hier blijkt niet dat de gevorderde kosten, kosten betreffen om nieuwe huisvesting te verschaften aan de bewoners van de onbewoonbaar verklaarde wooneenheden. Dat het om kosten zou gaan om de ongeschikt of onbewoonbaar verklaarde woning te ontruimen cfr. artikel 15 Vlaamse Wooncode, blijkt evenmin.

De kosten die worden teruggevorderd blijken ook te worden gemaakt zonder de door beklaagde gepleegde feiten. Om die reden wordt de vordering afgewezen.