Uit de stukken die beklaagde via zijn raadsman bijbrengt blijkt dat hij geestesgestoord was zowel op het ogenblik van de feiten als op heden. Uit de stukken blijkt tevens dat beklaagde geen gevaar vormt voor de maatschappij. In de gegeven omstandigheden behoort het dan ook de beklaagde vrij te spreken voor de hem ten laste gelegde feiten. Terecht stelt de wooninspecteur dat de rechtbank ook in de gegeven omstandigheden uitspraak moet doen over de herstelvordering (zie in die zin Cass. AR P.98.0545.N, 1 februari 2000, http://www.cass.be (18 oktober 2001); Arr.Cass. 2000, afl. 2, 270; Bull. 2000, afl. 2, 267; RW 2000-01 (verkort), 493 en http://www.rw.be (16 januari 2001); T.Strafr. 2000 (verkort), 117, noot SWENNEN, F.)).