De bewering van beklaagden dat de Bulgaarse gasten allemaal familieleden waren, die gratis in hun woning mochten verblijven, is volkomen ongeloofwaardig. Beklaagden konden ter zitting geen enkele naam ...

De beklaagde heeft woongelegenheden verhuurd die niet voldeden aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woon kwaliteitsvereisten die door de Vlaamse Regering worden bepaald, wat door artikel 5 ...

De tweede beklaagde betwist wel haar betrokkenheid aan de feiten. Zij stelt dat de eerste beklaagde verantwoordelijk is vermits hij alleen de huurgelden ontving en zij geen sleutel heeft van het pand ...

Dat beklaagden geen huisjesmelkers zijn en wat ze zelf noemen "te goeder trouw" waren, doet hieraan geen afbreuk. Vooreerst worden beklaagden niet vervolgd voor het misdrijf 'hulsjesmelkerij'. Verder ...

Wat de argumentatie van de eerste en tweede beklaagde in verband met het moreel element van het misdrijf betreft, wijst de rechtbank er op dat voor wanbedrijven die bijkomend in bijzondere wetgevingen ...

Het al dan niet ontvangen van huur ontslaat eerste en tweede beklaagde niet van hun verantwoordelijkheid om te vermijden dat hun pand kan bewoond worden. Zij wisten dat het pand niet voldeed aan de ...

Uit de stukken die beklaagde via zijn raadsman bijbrengt blijkt dat hij geestesgestoord was zowel op het ogenblik van de feiten als op heden. Uit de stukken blijkt tevens dat beklaagde geen gevaar ...

De heer en mevrouw ... behoorden als eigenaars van het pand te weten dat kamers aan bepaalde voorwaarden moeten voldoen om te worden verhuurd en zij moesten zich ervan vergewissen dat dit het geval ...

Het College van Burgemeester en Schepenen specifieert deze werken zeer uitgebreid in conclusie door overname van het PV van de Wooninspecteur (st. 121-127, kaft 11) met vermelding van de specifieke ...

- Huurovereenkomsten tussen de huisjesmelker en het slachtoffer die in strijd zijn met de strafwet zijn vanzelfsprekend nietig. De strafrechter is evenwel niet bevoegd om de nietigheid van de ...

De beklaagde heeft bewust wooneenheden verhuurd terwijl deze wooneenheden belangrijke gebreken vertoonden. De vastgestelde gebreken zijn van die aard dat de beklaagde er ontegensprekelijk van op de ...

Zij stelt dat zij niet op de hoogte was van de staat van het pand. De opposante beweert dat zij zelf nooit ter plaatse geweest is, en volstrekt onwetend was aangaande de gebreken die het pand ...

Gelet op de voorgaande motivering, dat integraal herstel hier onmogelijk is gelet op de stedenbouwkundige inbreuken, lijkt de vordering van de Wooninspecteur hier niet kennelijk onredelijk. Deze ...

De Rechtbank verwijst en neemt de pertinente motiveringen van eiser tot herstel ter zake tot de hare. De herstelvordering is een vordering met een in-rem karakter, zodat deze blijkens de bewoordingen ...

De rechtbank benadrukt echter dat aan beklaagde een gebrek aan voorzichtigheid en voorzorg kan verweten worden. Zij moeten weten dat ze gebrekkige woningen niet mogen verhuren en dienen te controleren ...

Dat alle woningen volgens de wooninspectie onbewoonbaar zijn. Iedere vergoeding voor verhuring van een woning die onbewoonbaar is, maakt ipso facto een abnormaal profijt uit. Dit geldt ook voor tweede ...

Het staat daarentegen vast dat de beklaagde, die na het overlijden van haar echtgenoot zeggenschap over het pand had, huurder … het pand heeft laten bewonen en huur is blijven innen. De beklaagde ...

De tweede beklaagde is mede-eigenaar van het pand. Deze hoedanigheid houdt in dat zij juridisch medezeggenschap heeft over de rechten verbonden aan het pand zoals onder meer de verhuring. De loutere ...

Er kan worden aangenomen dat er gebreken ontstaan tijdens de bewoning zoals tekortkomingen aan de elektriciteitsinstallatie, aan de verwarming, aan de bekleding van muren, enz. Het is evenwel een stap ...

Ook voor andere gebreken blijft de verantwoordelijkheid bij de beklaagden berusten, zelfs wanneer zij (mede) door toedoen van de bewoners zouden zijn ontstaan. Dit geldt in het bijzonder voor de ...

Het betrof in casu duidelijk een woning waar kamers werden ter beschikking gesteld, zodat er inderdaad geen toepassing kan gemaakt worden van de bepalingen van de Vlaamse Wooncode onder ...

Kamer 2 en 3 waren elk voorzien van oogvijzen en een hangslot. Indien er maar 1 bewoner gebruik maakt van het huis is het niet nodig om de binnendeuren af te sluiten. Voor deze huurder acht de ...

De vaststellingen van de politie en van de Wooninspectie tonen aan dat de gebreken niet toe te schrijven zijn aan de huurders: onder andere doorslaand vocht, condensvorming en schimmelvorming ...