Zij stelt dat zij niet op de hoogte was van de staat van het pand. De opposante beweert dat zij zelf nooit ter plaatse geweest is, en volstrekt onwetend was aangaande de gebreken die het pand ...

Waar volgens beklaagde zij niet mee de huurcontracten (mondeling dan wel schriftelijk) afsloot, ontslaat zulks haar niet van haar controleplicht als mede-eigenaar. Evenmin doet het feit dat zij ...

Uit de vaststellingen en uit de processen-verbaal blijkt dat er een stedenbouwkundige inbreuk is begaan, nl. er waren een zevental kamers in de eengezinswoning in gebruik waarvoor geen vergunning werd ...

Ten onrechte betwisten de beklaagden dat de ruwbouw niet zou toelaten te beoordelen dat de beklaagden in het gebouw aan de straatzijde twee woongelegenheden aan het bouwen waren. De verbalisant kon ...

Uit geen enkel gegeven blijkt dat de controleur zich zonder toestemming van de bewoners toegang heeft verschaft tot het onroerend goed. De verzoekende partijen tonen dit ook allerminst aan en beperken ...

De eerste rechter heeft terecht beslist dat de wettelijke hypotheek voorzien door artikel 20ter, 6de lid van de Vlaamse Wooncode niet enkel kan worden genomen op het onroerend goed dat het voorwerp ...

Eerste beklaagde toont niet op aannemelijks wijze aan dat zij geen huur heeft ontvangen voor de maand februari 2009- Een foutere bewering vanwege haar zaakvoerder dat er in d!e periode geen huur werd ...

De vaststellingen van de inspecteurs gelden tot het bewijs van het tegendeel. De wooninspecteurs van het Vlaams Gewest krijgen de rang van officier van gerechtelijke politie en hulpofficier van de ...

De beslagrechter kan enkel wanneer de tenuitvoerlegging plaatsvindt krachtens een andere titel dan een rechterlijke beslissing uitstel verlenen op grond van artikel 1244 B.W. Aangezien het bevel in ...

De opposant kan zich evenmin verschuilen achter het argument dat de wijkagent geen opmerkingen maakte bij de inschrijving van de bewoners. De inschrijving van bewoners op een adres staat totaal los ...

Het staat daarentegen vast dat de beklaagde, die na het overlijden van haar echtgenoot zeggenschap over het pand had, huurder … het pand heeft laten bewonen en huur is blijven innen. De beklaagde ...

6. Ten onrechte is de beklaagde van oordeel dat het feit dat het resterende gebrek niet werd vermeld in de oorspronkelijke herstelvordering zou leiden tot de vaststelling dat de herstelvordering ...

De tweede beklaagde is mede-eigenaar van het pand. Deze hoedanigheid houdt in dat zij juridisch medezeggenschap heeft over de rechten verbonden aan het pand zoals onder meer de verhuring. De loutere ...

De opposanten betwisten dat het vereiste opzet ontbreekt omdat géén van de huurders hen op de hoogte zou hebben gesteld van de gebreken. De verhuunder dient echter steeds zelf erop toe te zien dat de ...

Terecht oordeelde de eerste rechter, dat de redelijke termijn niet is overschreden. De vaststellingen dateren weliswaar van 2005 maar aan beklaagden werd de mogelijkheid gegeven de herstellingen uit ...

De Wooninspecteur stelt tevens vast dat de bijkomende woonentiteit 7a niet is vergund. Hij trekt daaruit terecht de conclusie dat voor die woonentiteit niet het bevel kan worden gegeven de gebreken ...

VERMOEDEN VAN VERGUND ZIJN - De beklaagde (die zich beroept op het vermoeden van vergund zijn) dient het bestaan van hogevermelde werken vóór 1978 aan te tonen en niet enkel "aannemelijk" te maken. De ...

De vennootschap is strafrechtelijk verantwoordelijk voor de in haar hoofde bewezen misdrijven, die een rechtstreeks verband hebben met de waarneming van haar belangen en, naar blijkt uit de concrete ...

Het aanvangspunt van de verjaringstermijn van de actio iudicati valt volgens art. 6.1.41 §1, laatste lid VCRO én art. 2257 B.W. samen met het einde van de door de rechter toegestane termijn voor ...

Het verhuren van een kamer die niet voldoet aan de woonkwaliteitsnormen wordt verboden door artikel 17 van het Kamerdecreet. Een rechterlijk bevel is dus niet nodig om het wederrechtelijk karakter van ...

De derde beklaagde is de zaakvoerder van de eerste beklaagde. Hij had de bevoegdheid en het gezag om de naleving van de wet te verzekeren. Hij is wel degelijk de leidinggevende figuur binnen de eerste ...

In het licht van de coherentie van het herstelbeleid is het adviesvereiste substantieel. De miskenning ervan brengt mee dat de herstelvordering niet ontvankelijk is. De stedenbouwkundige inspecteur ...

De dwangsom kan op vordering van de stedenbouwkundige inspecteur worden opgelegd in een latere uitspraak op voorwaarde dat de eerdere uitspraak het herstel van de plaats in de vorige staat heeft ...

Brieven waarbij de SI aandringt bij het OM om over te gaan tot vervolging, hebben geen stuitende werking. Eenheid van opzet tussen oprichting en instandhouden kan nog steeds worden ingeroepen na ...

Het derdenverzet van de niet-veroordeelde eigenaar is ontvankelijk maar ongegrond. Het gunstig gevolg voor de goede ruimtelijke ordening van het herstel van de plaats in de oorspronkelijke toestand ...