Rechtbank eerste aanleg Gent | 20-12-2010

Referentie:
WI 4288.001
Type rechtbank:
Rechtbank eerste aanleg
Jurisdictie:
Gent
Trefwoorden per materie:
Ruimtelijke Ordening

Het verhuren van een kamer die niet voldoet aan de woonkwaliteitsnormen wordt verboden door artikel 17 van het Kamerdecreet. Een rechterlijk bevel is dus niet nodig om het wederrechtelijk karakter van een dergelijke handeling vast te stellen en om verhuring in de toekomst te verbieden. Teruggave betekent het doen verdwijnen van de gevolgen van het delict door materialiter herstellen van de vroegere toestand. Herstel is een vorm van teruggave in de zin van artikel 44 Sw. en beoogt de beëindiging van een met de strafwet strijdige toestand. De met de strafwet strijdige toestand waaraan een einde moet gemaakt worden is hier de gebrekkige woonkwaliteit van de woning, niet het verhuren ervan. Verhuren is immers geen toestand maar een handeling. In die zin voorzag de wetgever in artikel 17bis Kamerdecreet dat werken kunnen bevolen worden om het goed te laten voldoen aan de vereisten inzake woonkwaliteit. Een bevel strekkende tot het uitvoeren van aanpassingswerken is geen bevel om een stedenbouwkundig misdrijf te plegen, ook al is geen stedenbouwkundige vergunning voorhanden voor de opdeling van de eengezinswoning in verschillende woonentiteiten. Een rechterlijk bevel kan geen afbreuk doen aan de wet. Het bevelen van aanpassingswerken gebeurt dus binnen het kader van de bestaande wetgeving; naast de woonkwaliteitsnormen voor kamers, blijven uiteraard de stedenbouwvoorschriften – evenals alle andere wettelijke voorschriften – van toepassing. Indien de beklaagde bijgevolg de woonkwaliteit van de kamers niet zonder meer kan in orde brengen omwille van de voorschriften van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, dan staan hem verschillende mogelijkheden open, waaronder het aanvragen van een bouwvergunning om de woning in zijn oorspronkelijke toestand van eengezinswoning te herstellen, hetzij het aanvragen van een regularisatievergunning voor de opdeling.