Hof van Beroep Gent | 28-04-2011

Referentie:
BM 3030.360
Type rechtbank:
Hof van Beroep
Jurisdictie:
Gent
Trefwoorden per materie:
Rechtspersoon / organen
Overgangsregeling HRH
Herstelvormen - omvang
Begrip 'Kennelijk volstaan voor herstel pl ordening'
Scheiding der machten
Minnelijke schikking
Eenheid van opzet
Ruimtelijke Ordening

De vennootschap is strafrechtelijk verantwoordelijk voor de in haar hoofde bewezen misdrijven, die een rechtstreeks verband hebben met de waarneming van haar belangen en, naar blijkt uit de concrete omstandigheden, voor haar rekening zijn gepleegd. Cumulatie in de vervolging en de veroordeling van de beide beklaagden is mogelijk nu de geïdentificeerde natuurlijke persoon de fout wetens en willens heeft gepleegd. Oprichting en instandhouding zijn verbonden door eenheid van opzet, en maken één complexe gedraging uit. Een bemiddelingspoging, die als doel heeft een minnelijke schikking tot stand te doen komen tussen de overtreder en de stedenbouwkundige inspectie, kan enkel bevolen worden wanneer een minnelijke schikking mogelijk is, wat hier niet het geval is aangezien misdrijven die bestaan uit het verrichten van handelingen in strijd met de stedenbouwkundige voorschriften aangaande de voor het gebied toegelaten bestemmingen, zoals in casu, niet voor een minnelijke regeling in aanmerking komen. Ook binnen het VCRO heeft de rechter geen opportuniteitsoordeel. Ambtshalve kan de rechter nagaan of de herstelvordering uitsluitend met het oog op de goede ruimtelijke ordening is genomen. Wanneer daarenboven door de overtreder de wettigheid van de vordering tot herstel van de plaats in de oorspronkelijke toestand wordt aangevochten, dient de rechter bovendien na te gaan of deze vordering niet kennelijk onredelijk is. Het vragen van een advies 7.7.3 VCRO is niet opportuun. De toewijzingsregels moeten samengelezen worden met art. 159 GW, krachtens hetwelk de rechter geen gevolg mag geven aan bestuurshandelingen die niet met de wetten overeenstemmen.