De beslagrechter kan enkel wanneer de tenuitvoerlegging plaatsvindt krachtens een andere titel dan een rechterlijke beslissing uitstel verlenen op grond van artikel 1244 B.W. Aangezien het bevel in deze zaak betekend werd krachtens een vonnis is de beslagrechter niet bevoegd om uitstel te verlenen aan de debiteur. De beslagrechter kan enkel oordelen of het niet nakomen van de hoofdveroordeling te wijten is aan overmacht in hoofde van eisende partijen. De elementen aangevoerd door eisende partijen maken geen overmacht uit in hoofde van eisende partijen. De financiële draagkracht van partijen en de mondigheid van eisende partij sub 1 zijn immers elementen die reeds aanwezig waren voor de veroordeling door de correctionele rechtbank. Tenslotte laten eisende partijen gelden dat niet kan uitgevoerd worden op de woning gelegen te ... De schuld van eisende partij sub 1 is immers een persoonlijke schuld overeenkomstig artikel 1407 B.W. daar enkel eisende partij sub 1 veroordeeld werd door de correctionele rechtbank te Gent. Bijgevolg kan volgens eisende partij deze schuld niet verhaald worden op deze woning die tot de huwgemeenschap behoort. Verwerende partij stelt hier tegenover dat goederen die in onverdeeldheid toebehoren aan haar schuldenaar niet aan het verhaalsrecht zijn onttrokken. Evenwel dienen zij toepassing te maken van artikel 1561 Ger.W. Deze stelling van eisende partij kan niet gevolgd worden aangezien artikel 1561 Ger.W. niet van toepassing is op de huwgemeenschap. De schuld van eisende partij sub 1 is ontstaan uit een strafrechterlijke veroordeling en is dus volgens de limitatieve opsomming van artikel 1407,4de lid B.W. een eigen schuld. In principe kan een eigen schuld slechts verhaald worden op het eigen vermogen van de schuldenaar en op diens inkomsten, ook al behoren deze tot het gemeenschappelijk vermogen. Het verhaalrecht van de schuldeiser wordt evenwel uitgebreid tot een gedeelte van het gemeenschappelijk vermogen indien dit gemeenschappelijk vermogen verrijkt werd of voordeel heeft getrokken uit bepaalde feiten of handelingen (artikelen 1410-1412, lid B.W.). Indien aan deze voorwaarden voldaan werd, dient de schuldeiser niet aan te tonen dat het eigen vermogen van de schuldenaar ontoereikend is. Het bewijs dat het gemeenschappelijk vermogen verrijkt werd door de handelingen van eisende partij sub 1 blijkt uit het vonnis van de correctionele rechtbank van 18 januari 2010. Het onroerend goed dat het voorwerp uitmaakte van de herstelvordering werd immers, zoals blijkt uit voormeld vonnis, verhuurd. Het onroerend goed gelegen te ... kan dan ook door verwerende partij in beslag worden genomen. Het plafond, de helft van de nettobaten van het gemeenschappelijk vermogen, waarmee verwerende partij eventueel rekening zal moeten houden doet hieraan geen afbreuk.