Rechtbank eerste aanleg Gent | 20-12-2011

Referentie:
GE 006.2010
Type rechtbank:
Rechtbank eerste aanleg
Jurisdictie:
Gent
Trefwoorden per materie:
Rechtspersoon en organen
Tussenpersoon: immobiliënmakelaar of bemiddelaar
Dwaling
Ruimtelijke Ordening
Dwaling
Wonen
Begrip constructie niet voor bewoning bestemd
Verplichtingen van de verhuurder
Dwaling
Ruimtelijke Ordening
Ruimtelijke Ordening
Dwaling
Herbestemming / sloop
Verzwarende omstandigheid - gewoonte
Huurgelden
Algemeen

De opposant kan zich evenmin verschuilen achter het argument dat de wijkagent geen opmerkingen maakte bij de inschrijving van de bewoners. De inschrijving van bewoners op een adres staat totaal los van de vraag of de woning daartoe geschikt is. De beklaagde kon zelf wel weten dat de woning in zeer slechte staat verkeerde en dat de leefomstandigheden schrijnend waren. De gewoonte komt concreet tot uitdrukking in het feit dat de niet-naleving van het Kamerdecreet geen toevallige en eenmalige overtreding was maar meermaals en voortdurend plaats vond en het gevolg was van verschillende tekortkomingen. De ongeschiktheid van de kamers is niet het gevolg van één enkel structureel gebrek maar vindt zijn oorsprong in gebreken van verschillende aard die deels te wijten zijn aan de onvergunde omvorming van de eengezinswoning in een kamerwoning (zoals o.a. blijkt uit het ontbreken van een lavabo), deels aan een algemene verwaarlozing van het gebouw en deels aan een zeer verregaand verzuim om vastgestelde gebreken te herstellen (zoals in het bijzonder blijkt uit het feit dat de gasboiler sinds de CO-intoxicatie niet vervangen werd). Bij de bepaling van het verbeurd te verklaren bedrag houdt de rechtbank rekening met de vordering van de burgerlijke partij. Ten einde verwikkelingen bij de uitvoering van dit vonnis te voorkomen, wordt het vermogensvoordeel ten bedrage van de huurgelden die deze burgerlijke partij betaalde en thans terugvordert, niet verbeurd verklaard maar wordt aan deze burgerlijke partij zelf een titel gegeven zoals hierna bepaald. Door de uitvoering van werken zou het aantal (regelmatig vergunde) woongelegenheden worden gewijzigd. Een stedenbouwkundige vergunning zou bijgevolg moeten worden aangevraagd voor welke handelingen ook (art. 2.2 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is). Deze vergunning kan niet worden verkregen aangezien de woning een beschermde eengezinswoning is overeenkomstig het bouwreglement van de stad Gent. Er bestaat bijgevolg een onoverkomelijk beletsel om de kamers geschikt te maken voor verhuring overeenkomstig het Kamerdecreet. De herstelmaatregel zoals gevorderd door de Wooninspecteur. is bijgevolg gegrond.