V anaf de aanmaning beschikken de schuldeisers en de beslagene op straffe van verval over een termijn van 8 dagen om omtrent de verkoopsvoorwaarden tegenspraak te voeren. De tegenspraak is niet aan ...

Het gebrek aan voorzorg of onvoorzichtigheid bestaat erin dat de eerste en tweede beklaagde nagelaten hebben te controleren of het appartement wel aan de woningkwaliteitsvereisten voldeed en dus wel ...

Beklaagde werpt in conclusies op dat de woning steeds als een gezinswoning gebruikt werd, dat de bewoners als een gezin leefden. De aangehaalde (verre) verwantschappen tussen de verschillende bewoners ...

Ook al is de stedenbouwkundige inbreuk verjaard en werd deze inbreuk niet door beklaagden gepleegd, toch heeft deze inbreuk een invloed op de keuze van de herstelmaatregel. De rechter dient in zo'n ...

De beslagrechter die kennis neemt van de vorderingen betreffende de middelen tot tenuitvoerlegging krachtens artikel 1395 Gerechtelijk Wetboek, is bevoegd voor het executiegeschil dat rijst wanneer de ...

De huurders hebben volgens beklaagde heel wat gebreken veroorzaakt om zo een sociale woning te verkrijgen. … Verschillende gebreken zijn structureel, zodat het verweer van beklaagde dat de schade werd ...

Een melding in het vergunningenregister is nochtans niet vereist voor een vordering op grond van de artikelen 20 en 20bis van de Wooncode, zoals in onderhavig geval. Ten einde publiciteit ten aanzien ...

Er bestaat geen enkele reden om de incriminatieperiodes van de verschillende tenlasteleggingen te beperken. De vaststellingen van de wooninspectie zijn van die aard om te concluderen dat verschillende ...

Onachtzaamheid volstaat om de feiten bewezen te verklaren, zodat volstaat dat beklaagden niet met een doelbewuste wil het strafbaar feit gepleegd hebben, maar slechts uit gebrek aan voorzorg of ...

Mevrouw geeft aan dat zij niet op de hoogte was van de feiten, dat zij enkel op papier mede-eigenaar was en te goeder trouw, alsook goedgelovig is. Terecht stelt de WOONINSPECTEUR dat onachtzaamheid ...

Dat beklaagden geen huisjesmelkers zijn en wat ze zelf noemen "te goeder trouw" waren, doet hieraan geen afbreuk. Vooreerst worden beklaagden niet vervolgd voor het misdrijf 'hulsjesmelkerij'. Verder ...

De derde beklaagde, het immobiliënkantoor dient als mededader te worden beschouwd nu ze bemiddelde bij het sluiten van de huurovereenkomst en het beheer waarnam. Ze had een onderzoeksplicht of de ...

De rechtbank benadrukt dat elke schending van de kwaliteitsnormen strafbaar wordt gesteld zonder dat er een voorafgaandelijke ongeschikt of onbewoonbaar verklaring vereist is. Er kan strafrechtelijk ...

Het feit dat de rechtbank de gunst van de opschorting van de uitspraak van veroordeling verleende aan de beklaagde, vormt geen beletsel voor het uitspreken van de bijzondere verbeurdverklaring. Aan de ...

Uit de stukken die beklaagde via zijn raadsman bijbrengt blijkt dat hij geestesgestoord was zowel op het ogenblik van de feiten als op heden. Uit de stukken blijkt tevens dat beklaagde geen gevaar ...