De huurgelden zijn vermogensvoordelen die rechtstreeks uit het misdrijf zijn verkregen. Bij de begroting van de vermogensvoordelen moet geen aftrek worden gedaan van de kosten die verbonden zijn aan ...

De rechtbank benadrukt echter dat aan beklaagde een gebrek aan voorzichtigheid en voorzorg kan verweten worden. Zij moeten weten dat ze gebrekkige woningen niet mogen verhuren en dienen te controleren ...

De werken waren niet voleindigd op het ogenblik van de dagvaarding vermits enerzijds door verweerder nog facturen en rekeningen worden voorgelegd van 27 augustus 2010, 5 augustus 2010 en 17 juli 2010 ...

De beslagrechter kan enkel wanneer de tenuitvoerlegging plaatsvindt krachtens een andere titel dan een rechterlijke beslissing uitstel verlenen op grond van artikel 1244 B.W. Aangezien het bevel in ...

Dat alle woningen volgens de wooninspectie onbewoonbaar zijn. Iedere vergoeding voor verhuring van een woning die onbewoonbaar is, maakt ipso facto een abnormaal profijt uit. Dit geldt ook voor tweede ...

Beklaagden wisten of behoorden als verhuurders te weten dat de woningen niet voldeden aan de in de Vlaamse Wooncode gestelde normen. Een gebrek aan voorzorg of voorzichtigheid volstaat als moreel ...

Gelet op de aard van de vastgestelde gebreken kunnen beklaagden bezwaarlijk voorhouden dat zij niet op de hoogte waren van eht bestaan van deze gebreken. De huurovereenkomsten werden door beide ...

Na nieuw onderzoek ter terechtzitting door het Hof, en door de stukken van het dossier, is de schuld van de eerste beklaagde bvba … aan de haar ten laste gelegde feiten zoals hiervoor omschreven en ...

De gebreken zijn immers aan het pand inherente gebreken waarvoor de eigenaar dient in te staan omdat hij erop dient toe te zien dat de panden in orde blijven. Beklaagde kan zich er dan ook niet op ...

Terecht oordeelde de eerste rechter, dat de redelijke termijn niet is overschreden. De vaststellingen dateren weliswaar van 2005 maar aan beklaagden werd de mogelijkheid gegeven de herstellingen uit ...

Tweede beklaagde had als beheerder zeker aan de eigenaars, gezien de gebrekkige toestand van het pand, zijn medewerking voor het innen van de huur moeten opzeggen.

Thans vordert men het uitvoeren van herstel- en aanpassingswerken aan het gebouw. De rechtbank meent dat deze vordering tegenstrijdig is aan de vordering van de Wooninspecteur, waarin uitdrukkelijk ...

Het misdrijf gepleegd door verweerster was voltooid. Het werd niet ongedaan gemaakt doordat zij nadien een einde maakte aan de verhuring. Evenmin ‘verdween’ hierdoor voor eiser de mogelijkheid om op ...

Tweede beklaagde is eveneens eigenaar van het pand zoals blijkt uit de notariële akte van aankoop van 30 maart 2006. Gezien zij mede-eigenares is van het kwestieuze pand heeft zij zeggingschap omtrent ...

Aangezien verweerders pas in de loop van de procedure de in de herstelvordering gevraagde werken hebben voltooid, is eiser te beschouwen als in het gelijk gestelde partij en is de ...

De stad...vordert op grond van art. 15 Vlaamse Wooncode en ondergeschikt op grond van art. 1382-1383 BW de kosten terug van bepaalde prestaties. De rechtbank merkt op dat dit kosten zijn die inherent ...

Beklaagden beroepen zich ondergeschikt op de overschrijding van de redelijke termijn cfr. artikel 6 EVRM. De rechtbank stelt vast dat de laatste onderzoeksdaad met betrekking tot het nazicht of de ...

Beklaagden voeren aan dat de in de dagvaarding weerhouden tenlastelegging onvolledig en onduidelijk is, zodat hun rechten van verdediging zouden geschonden zijn. De rechtbank weerhoudt deze stelling ...

Het besluit van de gemachtigde ambtenaar van het agentschap Vlaamse Belastingsdienst van 13 oktober 2010 doet geen afbreuk aan het bestaan van het misdrijf zoals omschreven in de inleidende ...

De rechtbank meent ook dat de betrokkenheid van tweede beklaagde terecht weerhouden werd. Zij deelde immers als eigenares mede in de huuropbrengsten van de woning. Beklaagden kunnen zich niet ...

Derde beklaagde besluit ten onrechte tot haar vrijspraak. De bewering dat zij als rentmeester geen beslissingen kon nemen over de toestand van de kamers en/of studio’s doet geen afbreuk aan het feit ...

Beklaagden betwisten de geldigheid van de controle wegens het onwettig betreden van de woning. Zij stellen dat er geen vermoeden bestond van onveiligheid en dat de huiszoeking nietig zou zijn. De ...

Anders dan beklaagde voorhoudt in conclusie dienen er geen ernstige aanwijzingen van schuld te bestaan tegen de persoon bij wie de huiszoeking gebeurt. Het volstaat derhalve dat de onderzoeksrechter ...

Derde beklaagde gaf zijn rol in deze toe in zijn verhoor van …: hij deed in opdracht van eerste beklaagde mee het beheer van de panden. De kosten voor de politiebijstand kunnen niet worden toegekend ...

Betrokkene betwist de regelmatigheid van de huiszoekingen omdat deze niet voldeden aan de vereisten van artikel 20 van het Kamerdecreet. De huiszoekingen gebeurden met een voorafgaandelijke ...