Rechtbank eerste aanleg Antwerpen | 28-03-2011

Referentie:
WI
Type rechtbank:
Rechtbank eerste aanleg
Jurisdictie:
Antwerpen
Trefwoorden per materie:
Herstelplicht
Legaliteitscontrole rechter
Tenlastelegging
Wonen

Beklaagden voeren aan dat de in de dagvaarding weerhouden tenlastelegging onvolledig en onduidelijk is, zodat hun rechten van verdediging zouden geschonden zijn. De rechtbank weerhoudt deze stelling niet. Bij de strafrechter wordt geen omschrijving van een misdrijf aanhangig gemaakt, maar de bepaalde feitelijke strafbare gedraging die de akte die de zaak bij hem aanhangig maakt, bedoelt. Het is de strafrechter die uitmaakt welke bepaalde feitelijke gedraging wordt bedoeld. De wooninspecteur laat gelden dat de rechter niet over een opportuniteitsoordeel beschikt en verplicht zou zijn de herstelvordering toe te staan. Ook in de rechtsleer wordt dit verdedigd naar analogie met de herstelvordering inzake stedenbouwkundige misdrijven (zie T. VANDROMME, “Verhuur van krotwoningen” in Comm.Strafr., nr. 119). (…) De vergelijking met de herstelvordering inzake ruimtelijke ordening loopt mank, nu inzake stedenbouwkundige misdrijven de inbreuk blijft bestaan, ongeacht het gebruik dat van het onroerend goed wordt gemaakt, terwijl inzake de inbreuken op het Vlaams kamerdecreet en de Vlaamse Wooncode een bepaald gebruik, nl. het verhuren of ter beschikking stellen van een woning of (studenten)kamer die niet voldoet aan de woonkwaliteitsnormen strafbaar is gesteld. Indien niet verhuurd of ter beschikking gesteld wordt, is er dus geen misdrijf (als eigenaar wonen in een krot is inderdaad geen misdrijf).