Rechtbank eerste aanleg Mechelen | 16-11-2011

Referentie:
WI 1073.021
Type rechtbank:
Rechtbank eerste aanleg
Jurisdictie:
Mechelen
Trefwoorden per materie:
Onderscheid woning - kamer
Onachtzaamheid
Wonen

De elementen van het strafdossier laten duidelijk toe vast te stellen dat eerste, tweede en derde beklaagden wel degelijk moesten weten dat de in de ééngezinswoning verhuurde plaatsen niet voldeden aan de vereisten van de wooncode. De vaststellingen ter plaatse zijn overduidelijk: het gebouw, de woongelegenheden en de gemeenschappelijke delen vertonen gebreken die een onmiskenbaar veiligheids- en gezondheidsrisico inhouden. De woning is onbewoonbaar bevonden. Dat beklaagden dit niet zouden geweten hebben duidt meer dan op een ernstige onachtzaamheid. Dit maakt duidelijk dat de beklaagden hun onroerend goed hoe dan ook niet onderhouden en er zelfs niet op toezien dat het onderhouden wordt,.. en blijft. Het verweer dat zij uitsluitend een ééngezinswoning verhuurde aan vierde beklaagde wijzigt niets aan de vaststellingen en ook niets aan de tenlastelegging en vaststellingen ter plaatse die in strijd zijn met artikel 5 voornoemd.