Gelet op de vaststelling dat de beklaagden dit pand reeds gedurende een zeer lange tijd verhuurden, is eveneens de verzwarende omstandigheid van artikel 20, § 1, ° van de Vlaamse Wooncode bewezen, namelijk de verzwarende omstandigheid dat de beklaagden van deze activiteit van het verhuren van ongeschikte woningen een gewoonte hebben gemaakt. De rechtbank is van oordeel dat, ondanks dat de woningen ongeschikt werden verklaard, gelet op de concrete omstandigheden eigen aan deze zaak en in het bijzonder de vaststelling dat bijna alle bewoners van de woningen geen klachten hadden, rekening kan worden gehouden met de omstandigheid dat de beklaagden in ruil voor de huuropbrengsten aan de bewoners een onderdak hebben verschaft. De rechtbank is om deze reden van oordeel dat een gedeelte van de verbeurdverklaring met uitstel kan worden uitgesproken.