Rechtbank eerste aanleg Gent | 06-02-2012

Referentie:
WI 4071.038
Type rechtbank:
Rechtbank eerste aanleg
Jurisdictie:
Gent
Trefwoorden per materie:
Rechtspersoon en organen
Herbestemming / sloop
Wonen

Een rechtspersoon is strafrechtelijk verantwoordelijk voor misdrijven die hetzij een intrinsiek verband hebben met de verwezenlijking van zijn doel of de waarneming van zijn belangen, of die, naar blijkt uit de concrete omstandigheden, voor zijn rekening zijn gepleegd. De terbeschikkingstelling van een kamer aan een arbeidskracht van de derde beklaagde gebeurde voor haar rekening van en hield verband met de verwezenlijking van haar maatschappelijk doel. De derde beklaagde bekommerde er zich niet om of de kamer wel voor bewoning geschikt was. Op de rechtspersoon rust bijgevolg een eigen strafrechtelijke verantwoordelijkheid. De vierde beklaagde was als zaakvoerder bevoegd om de nodige beslissingen te nemen. De vierde beklaagde handelde bewust en vrijwillig, dit is wetens en willens. Er is bijgevolg geen grond voor de toepassing van de strafuitsluitingsgrond zoals bedoeld in art. 5. tweede lid, Strafwetboek. De opdeling van het pand in kamers is niet vergund. De laatste stedenbouwkundige vergunning, afgeleverd op 5 oktober 2000. had betrekking op het verbouwen van een handelszaak met twee woongelegenheden tot handelszaak met twee woongelegenheden. Het aantal woongelegenheden werd op dat ogenblik niet gewijzigd. De kamers voldoen zonder uitvoering van werken niet aan de voorwaarden om als kamers te worden verhuurd. Door de uitvoering van deze werken zou het aantal (regelmatig vergunde) woongelegenheden worden gewijzigd. Een stedenbouwkundige vergunning zou bijgevolg moeten worden aangevraagd voor welke handelingen ook (art 2.2 van het Besluit van de Viaanrise Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is). De verhoging van het aantal woonentiteilen in een beslaande meergezinswoning is onderworpen aan talrijke beperkingen overeenkomstig het Algemeen Bouwreglement van de stad ... (onder andere het vereiste dat minstens één woonentiteit een minimum totale vtoeroppervlakte van 80 m' moet bevatten). Voorts kan kamer 3 onmogelijk geschikt worden gemaakt voor gebruik als kamerwoning gelet op de te kleine oppervlakte. Er bestaat bijgevolg een onoverkomelijk beletsel om de kamers geschikt te maken voor verhuring overeenkomstig het Kamerdecreet.