Rechtbank eerste aanleg Brugge | 14-10-2015

Referentie:
WI
Type rechtbank:
Rechtbank eerste aanleg
Jurisdictie:
Brugge
Trefwoorden per materie:
Rechtspersoon en organen
Tussenpersoon: immobiliënmakelaar of bemiddelaar
Dwaling
Ruimtelijke Ordening
Dwaling
Wonen
Begrip constructie niet voor bewoning bestemd
Verplichtingen van de verhuurder
Dwaling
Ruimtelijke Ordening
Ruimtelijke Ordening
Dwaling
Herbestemming / sloop
Verzwarende omstandigheid - gewoonte
Huurgelden
Geen voorafgaande o/o-verklaring vereist
Rechtspersoon en organen
Dwaling
Huurgelden
Ruimtelijke Ordening
Dwaling
Wonen
Dwaling
Wonen
Rechtspersoon en organen
Wonen
Stopzetting van verhuring
Herstel van alle gebreken
Uitvoerbaar bij voorraad
Overschrijving
Huurgelden
Wonen
Herbestemming / sloop
Wonen
Wonen
Wonen
Dwaling
Wonen
Dader, mededader, medeplichtige
Tussenpersoon: immobiliënmakelaar of bemiddelaar
Dwaling
Wonen
Dwaling
Rechter beoordeelt opportuniteit / modaliteiten
Wonen
Rechtspersoon en organen
Wonen
Stopzetting van verhuring
Herstel van alle gebreken
Uitvoerbaar bij voorraad
Overschrijving
Huurgelden
Wonen
Herbestemming / sloop
Wonen
Wonen
Wonen
Dwaling
Wonen
Wonen
Dader, mededader, medeplichtige
Rechtspersoon en organen
Wonen
Stopzetting van verhuring
Herstel van alle gebreken
Uitvoerbaar bij voorraad
Overschrijving
Huurgelden
Wonen
Herbestemming / sloop
Wonen
Wonen
Wonen
Dwaling
Wonen
Wonen
Wonen
Dader, mededader, medeplichtige
Dwaling
Verzwarende omstandigheid - gewoonte
Wonen
Algemeen
  • De beklaagde betwist enig opzet en beroept zich op onoverkomelijke dwaling nu in de huurcontracten werd voorzien dat de huurders alle huurherstellingen op zich namen en zij er aldus op vertrouwde dat de huurders de gebreken aan de panden zouden herstellen.

De gewestelijke woningkwaliteitsnormen zijn van openbare orde. De gewestelijke kwaliteitsnormen zijn de absolute minimumgrens waaronder geen verhuring mogelijk is, zelfs indien de huurder ermee akkoord zou gaan. Als verhuurder diende de beklaagde na te gaan of de woningen wel aan de woningkwaliteitsnormen voldeden en diende zij regelmatig de staat van de verhuurde panden te controleren.

 

Gelet op het aantal verhuurde woongelegenheden, waarbij op regelmatige en opeenvolgende wijze werd verhuurd aan meerdere huurders, staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat de beklaagde van het verhuren van de betrokken panden een gewoonte heeft gemaakt.