- Bij verhoor erkent beklaagde een woning in slechte staat toch te hebben verhuurd, maar dit zou hij naar eigen zeggen gedaan hebben uit menselijkheid nu het voor de bewoners moeilijk zou zijn geweest een andere woning te vinden.
Tevens geeft beklaagde aan dat de slechte staat van de woning te wijten was aan dc eigen handelingen van de huurders.
Deze verklaringen van beklaagde zijn niet te verzoenen met de officiële vaststellingen van het strafdossier. Zo blijkt uit de verklaringen van de huurders SAHAL en HAMADY dat deze een huurprijs diende te betalen van 500 EURO (exclusief kosten) per maand voor een sterk verwaarloosde wooneenheid. Dergelijke verhuring kan bezwaarlijk met de term menselijkheid worden bestempeld