Hof van Cassatie Brussel | 03-09-2013

Referentie:
WI 4071.015
Type rechtbank:
Hof van Cassatie
Jurisdictie:
Brussel
Trefwoorden per materie:
Onderdeel publieke vordering
Strafkarakter art. 6 EVRM
Wonen

3. Die herstelvordering behoort tot de strafvordering in ruime zin, maar is niettemin als bijzondere vorm van teruggave een maatregel van burgerlijke aard. Zij bestaat van zodra ze door de bevoegde overheid is ingesteld en blijft bestaan zolang de strafrechter er geen uitspraak heeft over gedaan. De strafrechter moet over de vordering uitspraak doen, zelfs als de bevoegde overheid zich niet als procespartij manifesteert. Over de herstelvordering kan de strafrechter, nadat hij reeds over de strafvordering in strikte zin heeft geoordeeld, bij afzonderlijke beslissing oordelen. 4. Aangezien de door artikel 20bis Vlaamse Wooncode bedoelde herstelvordering niet strekt tot de vergoeding van schade aan particuliere belangen, maar wel tot het ongedaan maken van de gevolgen van het misdrijf in het algemeen belang kan die herstelvordering niet overeenkomstig artikel 4, tweede en derde lid, Voorafgaande Titel Wetboek van Strafvordering worden ingeleid. 5. De onwettigheid van een op artikel 4, tweede en derde lid, Voorafgaande Titel Wetboek van Strafvordering gesteund verzoek om uitspraak te doen over de door artikel 20bis Vlaamse Wooncode bedoelde herstelvordering, belet evenwel niet dat die vordering desgevallend nog bij de strafrechter aanhangig is en dat die gehouden is er uitspraak over te doen.