Hof van Beroep Gent | 31-01-2014

Referentie:
BM 4124.018
Type rechtbank:
Hof van Beroep
Jurisdictie:
Gent
Trefwoorden per materie:
Voortgezet
Eenheid van opzet
Ruimtelijke Ordening

(1) Het na 1 mei 2000 achtereenvolgens stellen van positieve (en op zichzelf aflopende) handelingen van strijdig gebruik met de in art. 6.1.1, lid 1, 6° VCRO bedoelde plannen van aanleg en verordeningen, kan, indien deze handelingen met eenzelfde misdadig opzet gepleegd worden en mits dit gebruik ruimtelijke implicaties heeft, een voortgezet misdrijf uitmaken, strafbaar gesteld door genoemd art. 6.1.1., lid 1, 6° VCRO. Zie ook: Cassatie: 10 januari 2012 (P.11.0843.N). 17 januari 2012 (P.11.0917.N), 8 febrari 2013 (C.11.0617.N), 24 oktober 2013 (C.12.0068.N) en 24 oktober 2013 {C.12.0069.N.), www.cass.be). - (2) Een herstelvordering die louter geënt is op een (voortgezet) misdrijf van gebruik, zal (mits het niet strijdig is met art. 159 GW) (in principe) enkel tot gevolg kunnen hebben dat aan dit gebruik een einde wordt gesteld en niet (noodzakelijk) dat de toestand wordt teruggebracht in de staat voorafgaand aan het aan dit gebruik voorafgaande oprichtingsmisdrijf. Om dit laatste te bewerkstelligen is (mede aangezien in onderhavig geval de herstelvordering niet kan worden geënt op een instandhoudingsmisdrijf) vereist dat de herstelvordering (mede) kan worden geënt op het oprichtingsmisdrijf. Is de herstelvordering die louter geënt zou zijn op dit oprichtingsmisdrijf op zichzelf beschouwd evenwel verjaard, dan kan de herstelvordering toch nog mede op dit oprichtingsmisdrijf worden geënt voor zover er samenloop is tussen dit (aflopend) oprichtingsmisdrijf en het (voorgezet) misdrijf van gebruik in de zin zoals hierna verder uiteengezet.  -  (3) Een verhuuractiviteit, die niet alleen het sluiten van huurovereenkomsten maar minstens ook het regelmatig innen van de huur omvat, vormt een geheel van opeenvolgende positieve daden van gebruik, gepleegd met hetzelfde misdadig opzet, derwijze dat zij (mede gelet op de ruimtelijke implicaties samen een voortgezet misdrijf van met het APA strijdig gebruik uitmaken, vallend onder de omschrijving van het "voortzetten", zoals bedoeld in art. 6.1.1. lid 1. 6° VCRO.