Terecht heeft de eerste rechter de gevorderde herstelmaatregel strekkende tot betaling van een geldsom gelijk aan de meerwaarde door het goed als gevolg van het misdrijf verkregen, niet ingewilligd tegen de derde beklaagde, de aannemer die de werken uitvoerde maar niet de eigenaar was van het goed waarop het misdrijf werd gepleegd. Zoals de eerste rechter destijds heeft overwogen dient deze herstelmaatregel om de uit het misdrijf voortvloeiende verrijking ongedaan te maken en is de meerwaarde uitsluitend aan de eerste en de tweede beklaagde, de eigenaars van het goed, ten goede gekomen.