Hof van Beroep Gent | 19-12-2014

Referentie:
WI
Type rechtbank:
Hof van Beroep
Jurisdictie:
Gent
Trefwoorden per materie:
Schuldenaar van de herstelverplichting
Wonen

Het is de overtreder, in casu de beklaagde, die de wooninspectie en het college van burgemeester en schepenen ingevolge artikel 17bis, § 6 van hét inmiddels opgeheven Kamerdecreet, thans artikel 20bis, § 6 van de Vlaamse Wooncode, onmiddellijk op de hoogte dient te brengen wanneer de herstelmaatregelen zijn uitgevoerd opdat een nacontrole ter plaatse dit en de datum van het herstel in een proces-verbaal kan vaststellen.

De verkoop van het pand bevrijdt de overtreder niet van zijn herstelplicht, noch van zijn plicht om het herstel té laten vaststellen of zelf aan te tonen. De herstelvordering heeft immers als principiële doelstelling het volledige herstel te verkrijgen van een pand, zodat het op rechtmatige wijze opnieuw op de woningmarkt ter beschikking is. De intentie die de overtreder heeft over de bestemming van het pand of het gegeven dat hij dit heeft verkocht zijn niet van aard de realisatie van de voormelde doelstelling te kunnen garanderen. Enkel de uitvoering van de herstelmaatregel kan de voor de rechter gevorderde herstelmaatregel zonder voorwerp maken.

De beklaagde is niet in de volkomen onmogelijkheid om het op hem rustende bewijs van herstel te leveren.