Hof van Beroep Gent | 11-04-2014

Referentie:
BM 4003.026
Type rechtbank:
Hof van Beroep
Jurisdictie:
Gent
Trefwoorden per materie:
Inbreuk
Hangende regularisatieaanvraag / planningsproces
Verzwarende omstandigheid
Ruimtelijke Ordening

(1) Het uitvoeren van de metselwerken, met name het metselen op de verdieping aan de linkerzijde van een hoofdgebouw van muurtjes om er een ijzeren balk op te plaatsen, is wel degelijk te aanzien als een in strijd met het stakingsbevel voorzetten van de werken waarvoor een bevel tot staken bestond. Deze werken waren niet louter noodzakelijke veiligheidswerken, maar van aard de onvergunde verbouwing en uitbreiding van het hoofdgebouw sluiks verder te zetten.  -  (2) Ten onrechte meent x dat omdat haar effectieve professionele activiteit zich niet In de sector van het onroerend goed situeert en de eerste beklaagde slechts occasioneel onroerende goederen kan kopen of verkopen de verzwarende omstandigheid niet kan worden weerhouden. De decretale bepaling maakt dit onderscheid niet, zodat ook de occasionele professionele bezigheid of activiteit kan meebrengen dat de verzwarende omstandigheid van toepassing is. Met de personele verzwarende omstandigheid worden alle personen bedoeld die een beroep of een bedrijvigheid uitoefenen dat in verband staat met het bouwwezen in de ruimste betekenis van het woord. Uit het maatschappelijk doel van de eerste beklaagde blijkt dat deze een rechtspersoon is die in het bouwwezen actief is, aangezien het optreden als "commissionair, tussenpersoon, zowel voor eigen rekening als voor rekening van derden bij onroerende en alle commerciële activiteiten" tot haar maatschiappelijk doel behoort.  - (3)  De houding van de administratieve en gerechtelijke overheid waarbij gestreefd wordt naar een regularisatie en minnelijke afdoening, is enkel in het voordeel van de beklaagden. De termijn die daarvoor nodig is kan geenszins nadien door de beklaagden worden aangewend om een overschrijding van de redelijke termijn in te roepen. Het blijkt ook niet dat deze overheden bij het toekennen van een termijn hiertoe al te laks zijn opgetreden of zich te passief afwachtend opstelden. De overschrijding van de redelijke termijn in dat geval aanvaarden zou contraproductief werkend zijn en elke andere afdoening dan strafrechtelijke vervolging van stedenbouwkundige delicten ernstig bemoeilijken.