Ook de bewering dat geen huurgelden werden ontvangen is voor de beoordeling van de schuldvraag irrelevant, nu zelfs het louter ter beschikking stellen van een ongeschikte woning strafbaar is gesteld.

Bij de berekening van het wederrechtelijk vermogensvoordeel moet geen rekening worden gehouden met de gemaakte kosten: de bruto-winst komt in aanmerking. Art, 42, 3°, Sw., doelt op elke winst die door het plegen van het misdrijf wordt verkregen; de raming van die winst vereist niet dat het nettobedrag ervan wordt bepaald. Deze berekening brengt in casu niet mee dat de beklaagde een onredelijk zware straf wordt opgelegd.

Terecht wees de eerste rechter er op dat voor het pand eveneens een stedenbouwkundige inbreuk voorligt, waardoor het pand niet kan worden hersteld door het wegwerken van de gebreken aan de verschillende woningen, aangezien dit een bestendiging van de bestaande stedenbouwkundige inbreuk zou zijn. De beklaagde verkreeg weliswaar op 17 december 2012 een stedenbouwkundige vergunning tot het regulariseren en verbouwen van het gebouw naar vijf studentenkamers maar er blijkt uit niets dat het pand thans voldoet aan de voorwaarden van die verleende stedenbouwkundige vergunning of aan een andere stedenbouwkundige vergunde toestand.