Hof van Beroep Brussel | 26-02-2013

Referentie:
BM 2225.013
Type rechtbank:
Hof van Beroep
Jurisdictie:
Brussel
Trefwoorden per materie:
Aanvangspunt vanaf betekening
Ruimtelijke Ordening

De termijn die de rechter toekent voor de uitvoering van de hoofdveroordeling (uitvoeringstermijn) is niet een termijn waarbij de rechter met toepassing van artikel 1385bis, vierde lid Gerechtelijk Wetboek kan bepalen dat, na de betekening van de uitspraak waarbij ze is vastgesteld, de dwangsom tot zolang niet zal verbeuren (respijttermijn). Wanneer de rechter enkel beslist dat de uitgesproken veroordeling moet uitgevoerd zijn binnen een bepaalde termijn, dit onder verbeurte van een dwangsom, dan verleent hij de schuldenaar uitsluitend een uitvoeringstermijn en geen respijttermijn. Daaruit volgt dat na het verstrijken van de uitvoeringstermijn niet nog bijkomend eenzelfde respijttermijn begint te lopen vanaf de betekening. Wanneer de rechter enkel een uitvoeringstermijn verleent, kan de dwangsom dus verbeurd worden vanaf het verstrijken van die termijn. Vereist is wél dat de uitspraak die de dwangsom bepaalt, aan de schuldenaar is betekend. Die betekening, binnen of buiten de uitvoeringstermijn verleent geen repijttermijn.