Hof van Beroep Antwerpen | 29-06-2016

Referentie:
WI 1073.012
Type rechtbank:
Hof van Beroep
Jurisdictie:
Antwerpen
Trefwoorden per materie:
Wonen
Inbreuk op de kwaliteitsnormen
Rechtspersoon en organen
Eerlijk proces
  • Beklaagde... kan bezwaarlijk voorhouden dat zij niet op de hoogte was van het bestaan van deze gebreken. Beklaagde  heeft als zaakvoerder de zeggenschap over de vennootschap en heeft het huis verhuurd dat niet beantwoordt aan de kwaliteits- en veiligheidsnormen. Beklaagde ...  wist dit, minstens had zij moeten weten dat het verhuurde pand niet voldeed aan de kwaliteitsvereisten van art. 5 van de Vlaamse Wooncode.

Doordat beklaagde als zaakvoerder van de ... naliet te controleren of de verhuurde kamers en woning in het pand voldeden aan de woonkwaliteitsnormen, werden de feiten in hoofde van beklaagde ... wetens en willens gepleegd. De vastgestelde gebreken aan het pand zijn overigens structurele en inherente gebreken waarvoor de eigenaar dient in te staan omdat hij erop dient toe te zien dat de panden in orde blijven.

De huurovereenkomsten werden door beklaagde ondertekend als zaakvoerder van de .... Beklaagde dient dan ook te controleren of de woongelegenheden wel aan de woningkwaliteitsnormen voldoen, en zij dient regelmatig de staat van de verhuurde panden te controleren.

Ook is er geen sprake van onoverwinnelijke dwaling in hoofde van beklaagde ...

De ... is als rechtspersoon strafrechtelijk verantwoordelijk voor de misdrijven die een intrinsiek verband houden met de verwezenlijking van het doel van de vennootschap of de waarneming van haar belangen en die voor haar rekening werden gepleegd. Het verhuren van haar onroerende goederen behoort tot het normale beheer van het vermogen van de vennootschap .0...

Beklaagde ...is de geïdentificeerde natuurlijke persoon die niet betwist dat zij de verantwoordelijke is voor het opstellen van de huurcontracten en het innen van de huurgelden. ... heeft dan ook gehandeld door toedoen van het persoonlijk handelen van beklaagde ... die in de mogelijkheid was om een misdrijf te plegen en eveneens naliet om aan een onwettige toestand een einde te stellen. In het arrest van 5 maart 2015 stelt het Hof van Cassatie uitdrukkelijk dat voor de vaststelling van een eigen schuldpatroon in hoofde van de éénmans-BVBA, rekening mag gehouden worden met de gedragingen en het verzuim van de enige zaakvoerder (zie T. Strafr. 2015/2 p.80 met noot). Het hof sluit zich hierbij aan.

Dit betekent dat de elementen die tot de vaststelling van de schuld van de natuurlijke persoon leiden, ook dienen voor de vaststelling van de schuld van de rechtspersoon. Stellen dat de rechtspersoon niet strafrechtelijk verantwoordelijk zou zijn doordat het een kleine rechtspersoon betreft waardoor zij geen ruimte had om een eigen beleid te voeren, los van de leidinggevende natuurlijke persoon, zou een uitholling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de rechtspersoon met zich meebrengen.

 

  • In tegenstelling tot de administratieve procedure waar minstens 15 strafpunten vereist zijn vooraleer de gewestelijke ambtenaar een advies van ongeschiktheid zal uitbrengen, kan in de strafrechtelijke procedure worden opgetreden zodra er één gebrek wordt vastgesteld dus 1 strafpunt. Vermits elke schending van de kwaliteitsnormen strafbaar is, moet het pand niet voorafgaandelijk ongeschikt of onbewoonbaar verklaard worden door de burgemeester
  • Tevens verzoekt beklaagde ... het hof een prejudiciële vraag te stellen aan het Grondwettelijk Hof wegens schending van art. 10 en 11 van de Grondwet en art. 6 EVRM doordat bij de herstelvordering in het kader van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening een verplicht advies van de Hoge Raad voor het Handhavingsbeleid dient gevoegd en bij een

    herstelvordering daterend van voor 16 december 2005 de rechter ten gronde alsnog een advies kan vragen, in tegenstelling tot de herstelvordering in het kader van de Vlaamse Wooncode waarbij dergelijk verplicht advies niet is vereist. Het hof stelt vast dat personen die wegens inbreuken op de Vlaamse Wooncode worden veroordeeld zich niet in dezelfde juridische toestand bevinden als de personen die veroordeeld worden wegens inbreuken op de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening. De herstelvorderingen zoals bedoeld in de Vlaamse Wooncode en in het VCRO hebben ook fundamenteel een andere doelstelling: waar de eerste enkel tot doel heeft dat enkel woningen die voldoen aan de minimum kwaliteitsnormen verder zouden worden verhuurd of ter beschikking worden gesteld, richt de herstelvordering zoals bedoeld in het VCRO zich naar het herstel van de goede ruimtelijke ordening. Wanneer de prejudiciële vraag geen door de wet gemaakt onderscheid aanklaagt tussen personen die zich in dezelfde juridische toestand bevinden maar op wie verschillende regels van toepassing zouden zijn, hoeft die vraag niet gesteld.