De vastgestelde gebreken betreffen immers aan het pand inherente gebreken waarvoor de eigenaar dient in te staan omdat hij erop dient toe te zien dat de panden in orde blijven. Beklaagde kan zich er dan ook niet op beroepen dat hij geen kennis had van deze gebreken. Beklaagde moest als goede eigenaar kennis hebben van de gebrekkige toestand van het verhuurde pand en de verhuurde kamers en heeft desondanks wetens en willens verhuurd. Overigens beschikte beklaagde niet over een conformiteitsattest. Dat sommige huurders beweren geen klachten te hebben over hun kamer is irrelevant gezien de objectieve technische vaststellingen van de gebreken. Dat het OCMW sommige huurgelden betaalde is evenmin relevant.