De schulden ontstaan uit een strafrechtelijke veroordeling van een der echtgenoten zijn eigen aan die laatste en kunnen in beginsel slechts worden verhaald op diens eigen vermogen en inkomsten. Uit de artikelen 1410, 1411 en 1412 lid 1 burgerlijk wetboek volgt evenwel dat de betaling van de schuld ontstaan uit een strafrechtelijke veroordeling uitgesproken tegen een enkele echtgenoot, kan worden verhaald op het gemeenschappelijk vermogen in zoverre dit verrijkt is door het strafbaar feit. Het is de schuldeiser die het bewijs dient te leveren dat het gemeenschappelijk vermogen door het strafbaar feit is verrijkt. Bij vonnis van de correctionele rechtbank te Gent van 18 januari 2010 werd de heer … veroordeeld wegens het verhuren van woongelegenheden die niet voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, en werd het herstel bevolen. De ontvangen huurgelden maken een vermogensvoordeel uit dat rechtstreeks uit het misdrijf werd gehaald. Deze huurgelden, afkomstig van een goed dat tot het gemeenschappelijk vermogen van partijen behoort, zijn gemeenschappelijk, waardoor de gemeenschap aldus werd verrijkt. … Uit niets blijkt dat het beslag niet in verhouding staat tot de beoogde doelstelling. De Wooninspecteur beschikt immers over een titel die niet meer voor fundamentele discussie vatbaar is. Gezien de heer … niet tot vrijwillige betaling overgaat, wordt de Wooninspecteur genoopt om tot uitwinning over te gaan. Hierbij doet hij niets anders dan het algemeen pandrecht op het vermogen van zijn debiteur effectueren dat hem krachtens de wet toekomt. Daarbij dient nog te worden opgemerkt dat de uitwinning van het pand waarop de veroordeling tot herstel rust weinig kans op slagen heeft, gezien dit aanvankelijk niet voldeed aan de elementaire veiligheid-, gezondheid- en woonkwaliteitsvereisten, en thans het voorwerp uitmaakt van een stakingsbevel bij gebreke aan vergunning voor de opdeling in drie woonentiteiten.