Beslagrechter Gent | 14-04-2015

Referentie:
WI
Type rechtbank:
Beslagrechter
Jurisdictie:
Gent
Trefwoorden per materie:
Wonen
  • Gelet op zijn hoedanigheid van herstelvorderende overheid in het algemene belang en zodoende het optreden als titularis van een publieke herstelvordering (GWH l september 2009, arrest nr. 135/2009; GWH 25 februari 2010, arrest nr. 23/2010; I. VAM GIEL, "Stedenbouwmisdrijven: een praktisch overzicht van de -grondwettige- verjaringsregels met betrekking tot de strafvordering en de herstelvordering yan de herstelvorderende overheid en de benadeelde derde", T.B.O. 2011, 75), kan de verweerder echter niet als een in het gelijk gestelde (particuliere) partij in de zin van de artikelen 1018, sub 6° en 1022 Ger.W. worden aangezien, die op die manier ten laste van de eisers een rechtsplegingsvergoeding zou kunnen claimen hetgeen hij evenwel toch doet.

De rechtbank zou, evenmin als de strafrechter dat kan met toepassing van artikel 162bis Sv. (Cass. 24 mei 2011, inzake met A.R. nr. P.10.2052.N), de verweerder, in de veronderstelling dat hij ongelijk zou halen, niet tot een rechtsplegingsvergoeding kunnen veroordelen. In diezelfde optiek kan de rechtbank, de eisers, die in casu ongelijk halen, niet tot een rechtsplegingsvergoeding ten behoeve van de verweerder veroordelen.