Beslagrechter Brussel | 09-12-2016

Referentie:
KO 007.2011
Type rechtbank:
Beslagrechter
Jurisdictie:
Brussel
Trefwoorden per materie:
Herstel door niet-eigenaar
Omkering bewijslast
Uitvoering door veroordeelde niet-eigenaar
Wonen

De herstelvordering op grond van artikel 20 bis van de Vlaamse Wooncode waartoe eisende partijen zijn veroordeeld heeft een 'in rem karakter, hetgeen wil zeggen dat de plichten die voortvloeien uit deze herstelvordering als het ware kleven aan het onroerend goed, ongeacht of het betrokken pand is vervreemd ofwel verworven door een ander eigenaar De eventuele verkoop van het pand doet niets af aan de verplichting van de veroordeelde tot uitvoering van het herstel (zie in die zin onder meer rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen afdeling Dendermonde 13 februari 2015 (stuk 10 verweerder), Hof van Beroep Gent 13 november 2015 (stuk 11 verweerder); Hof van Beroep Gent 16 september 2016 (stuk 17 verweerder); rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen afdeling Brugge 11 juni 2014 (stuk 12 verweerder); Hof van beroep Antwerpen, 26 juni 2013, RW 2013-14, 503; Conclusie advocaat-generaal J. Dujardin bij Benelux Gerechtshof A97/3 dd. 17 december 1998, www.courbeneluxhof.be). De verkoop van het onroerend goed aan een derde heeft niet tot gevolg dat de uitvoerbare titel niet langer actueel zou zijn.

In de regel berust de bewijslast van het verbeuren van de dwangsom op de schuldeiser van de dwangsom. Artikel 20 bis § 6 van het Decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode maakt hierop echter een uitzondering. Volgens deze bepaling dient de overtreder, als hij de gevorderde of de door de rechtbank opgelegde herstelmaatregelen vrijwillig heeft uitgevoerd, de wooninspecteur en het college van burgemeester en schepenen daarvan onmiddellijk op de hoogte te brengen, waarop een ambtenaar overgaat tot controle ter plaatse en het opmaken van een proces-verbaal van vaststelling. De wooninspecteur stelt vervolgens een proces-verbaal van uitvoering op. Behoudens bewijs van het tegendeel geldt alleen het proces-verbaal van uitvoering als bewijs van herstel en van de datum van het herstel.

 

 

Terecht stelt verweerder dat het hem niet ten kwade kan worden geduid dat hij geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid die hem werd geboden in het vonnis van 19 juni 2013 om over te gaan tot ambtshalve uitvoering. De veroordeling tot een dwangsom beoogde immers eisers zelf ertoe aan te zetten om de hoofdveroordeling na te komen.

De veroordeling tot een dwangsom Is gekoppeld aan de hoofdveroordeling ten laste van eisers en houdt geen verband met de mogelijkheid in hoofde van verweerder om over te gaan tot ambtshalve uitvoering.

Er rust geen enkele verplichting op de wooninspecteur om over te gaan tot ambtshalve uitvoering, te meer wanneer, zoals in casu, een ernstig risico bestaat dat de kosten van ambtshalve uitvoering niet zouden kunnen worden gerecupereerd