Het recht op behoorlijke huisvesting wordt door de Grondwet gewaarborgd. De bepalingen van de Vlaamse Wooncode zijn ook van openbare orde. Wat de beklaagde met de huurders mocht zijn overeengekomen in het huurcontract in 1996 moet dan ook wijken voor de bepalingen van de Wooncode die op 15 juli 1997 werd ingevoerd. Verhuurders hebben niet alleen de plicht om bij de aanvang van de huur een woning ter beschikking te stellen die beantwoordt aan de normen van de Wooncode, zij zijn ook verantwoordelijk voor het behoud van het verhuurde goed in die toestand. Artikel 20 Wooncode stelt strafbaar wie niet conforme goederen verhuurt, maar maakt geen onderscheid in functie van de oorsprong van de schade enbare orde. Wat de beklaagde met de huurders mocht zijn overeengekomen in het huurcontract in 1996 moet dan ook wijken voor de bepalingen van de Wooncode die op 15 juli 1997 werd ingevoerd. De taak van het OCMW bestaat er niet in om de woonkwaliteitsnormen te controleren. De beklaagde kan zich dus niet op dwaling beroepen.