Rechtbank eerste aanleg Gent | 07-06-2010

Referentie:
WI 4071.059
Type rechtbank:
Rechtbank eerste aanleg
Jurisdictie:
Gent
Trefwoorden per materie:
Wonen

Dat bij verschillende vaststellingen uiteenlopende resultaten werden genoteerd laat uiteraard niet toe te besluiten dat er geen misdrijf werd gepleegd: er is een inbreuk op artikel 20 van de Vlaamse Wooncode, van zodra er één punt op het technisch verslag voorkomt. Op administratief gebied bestaat er een wettelijk gedoogbeleid. Indien minder dan 15 (18) punten op het technisch verslag voorkomen moet de gewestelijk ambtenaar de ongeschiktheid niet adviseren. Dezelfde inschikkelijkheid bestaat niet wanneer de zaak het strafrechtelijk stadium heeft bereikt. Elke schending van de veiligheids- en kwaliteitsnormen is strafbaar. Artikel 20 van de Vlaamse Wooncode voorziet niet in een puntengrens: van zodra er ook maar één gebrek wordt vastgesteld is er een misdrijf, dit wil zeggen vanaf 1 strafpunt. De beklaagde verwart de mededeling dat er “geen inbreuken meer vastgesteld werden die aanleiding kunnen geven tot een ongeschikt- en/of onbewoonbaarverklaring” met een mededeling dat de woning voldeed. Het eerste bericht werd hem toegestuurd op … Dit bericht betekende evenwel niet dat alles in orde was; het maakte zelf melding van … overblijvende strafpunten. Ingevolge het gedoogbeleid van artikel 3 van voornoemd besluit van 6 oktober 1998 moest door de ambtenaar die de vaststellingen deed geen ongeschiktheidsverklaring worden voorgesteld vermits elk van de woningen geen 15 (18) punten op het technisch verslag vertoonde. Dit betekent niet dat alles in orde was en dat er geen misdrijf meer was vastgesteld. Om als rechtvaardigingsgrond in aanmerking te komen, moet dwaling onoverkomelijk zijn. De woonkwaliteitsnormen werden gepubliceerd (Besluit van de Vlaamse Regering van 6 oktober 1998 betreffende de kwaliteitsbewaking, het recht van voorkoop en het sociaal beheersrecht, B.S. 30 oktober 1998, zoals gewijzigd bij besluit van 27 januari 2006, B.S. 14 juli 2006). De naleving van deze normen is niet afhankelijk van een aanmaning of verwittiging door de overheid. Dat de woning niet het voorwerp uitmaakt van een ongeschiktkheids- of onbewoonbaarheidsverklaring bewijst niet dat de beklaagde kon denken dat de woning in orde was.