Het bewijs van de onzorgvuldigheid blijkt uit de realisatie van de materiƫle misdrijfbestanddelen (hier de miskenning van de veiligheids-, gezondheids- en kwaliteitsnormen). Dit feitelijk vermoeden komt slechts te vervallen indien de beklaagden aanvaardbaar kunnen maken dat zij hun zorgvuldigheidsplicht nakwamen.