De tweede beklaagde betwist dat de feiten hem toerekenbaar zijn. Hij kocht samen met zijn broer de woning aan en was op de hoogte van de staat waarin het pand verkeerde en van de bewoning door de Bulgaarse bewoners. De tweede beklaagde is zaakvoerder van een vennootschap die onder andere werkt voor de vennootschap van zijn broer. Hij heeft als mede-eigenaar ingestemd met de terbeschikkingstelling van de woning aan de Bulgaarse bewoners. De feiten zijn hem dan ook toerekenbaar.