Rechtbank eerste aanleg Gent | 04-09-2012

Referentie:
GE 026.2010
Type rechtbank:
Rechtbank eerste aanleg
Jurisdictie:
Gent
Trefwoorden per materie:
Vernielingen door de huurder
Wonen

Het is niet uitgesloten dat een huurder moedwillig beschadigingen aanbrengt. Het is evenwel de verantwoordelijkheid van de eigenaar erop toe te zien dat het pand blijft beantwoorden aan alle woonkwaliteitsvereisten, mede in het belang van de huurders van de andere woningen. Dit is des te meer het geval aangezien de problemen met de huurders die de beschadigingen zouden hebben aangebracht, zich ook al in 2007 zouden hebben voorgedaan. In voorkomend geval dient de eigenaar het nodige te doen om huurders die de woning opzettelijk beschadigen, uit de woning te laten zetten. De beklaagde maakt in elk geval niet aannemelijk dat zij door haar Albanese huurders in de onmogelijkheid werd gebracht haar woning aan de woonkwaliteitsvereisten te laten voldoen. Overigens waren een aantal gebreken van structurele aard en leidden die gebreken op zichzelf al tot ongeschiktheid van de woningen. Wat het gebrek aan de gaskachel op de benedenverdieping betreft, is het niet uitgesloten dat dit het gevolg was van een onoordeelkundige vervanging van de gaskachel door de bewoners zelf. Ook voor dit gebrek blijft de verantwoordelijkheid bij de beklaagde berusten. Art. 5 Vlaamse Wooncode legt aan de eigenaar de verplichting op erop toe te zien dat de gasinstallaties van de woning de nodige garanties bieden, zowel wat de toestellen betreft als wat betreft de plaatsing en aansluiting. Ook als de kachel niet geplaatst werd door de beklaagde blijft zij daarvoor de verantwoordelijkheid dragen. De decreetgever heeft de veiligheid en de gezondheid van dé bewoners laten primeren: de verhuurder heeft als sterke contractpartij de verplichting en de verantwoordelijkheid op te treden, ook wanneer de gebreken door toedoen van de huurder zijn ontstaan (T. Vandromme, Woonkwaliteitsbewaking in het Vlaamse Gewest, Mechelen, Kluwer, 2008, nr. 48. p. 20-21).