Rechtbank eerste aanleg Gent | 03-01-2017

Referentie:
GE 014.2013
Type rechtbank:
Rechtbank eerste aanleg
Jurisdictie:
Gent
Trefwoorden per materie:
Rechtspersoon en organen
Verplichtingen van de verhuurder
Meldingsplicht na vrijwillig herstel
Wonen

 Op heden wordt het volledige herstel niet bewezen en ligt nog geen proces-verbaal
van uitvoering van de wooninspecteur voor. De herstelvordering is bijgevolg nog steeds actueel. Zelfs na een verkoop van het betreffende goed, kan de rechtbank de overtreder (artikel 20bis Wooncode) bevelen er op toe te zien en ervoor te zorgen dat het herstel volledig wordt uitgevoerd.
De verantwoordelijkheid voor de melding van de uitvoering van een eventueel vrijwillig herstel ligt bij de overtreder. Behoudens bewijs van het tegendeel geldt alleen het proces-verbaal van uitvoering als bewijs van het herstel en van de datum van het herstel (artikel 20bis, §6 Vlaamse Wooncode)

- De eerste beklaagde kan niet ernstig voorhouden dat de toestand van de woning te wijten was aan de huurders. De verhuurders hebben niet alleen de plicht om bij de aanvang van de huur een woning of kamer ter beschikking te stellen die beantwoordt aan de normen van de Wooncode, zij zijn ook verantwoordelijk voor het behoud van het verhuurde goed in die toestand. Artikel 20 Wooncode stelt strafbaar wie niet -conforme goederen verhuurt en maakt geen onderscheid in functie van de oorsprong van de schade. Bovendien waren de gebreken duidelijk van structurele aard en hebben ze niets met de bewoners te maken.
Uit het dossier blijkt dat de beklaagden niet de minste interesse in de toestand van de
woning vertoonden. Zoals blijkt uit de verklaring van …. gaat de eerste beklaagde zelfs
nooit naar de woningen die hij verhuurt.
Ook in het kader van dit onderzoek deed hij niet eens de moeite om een verklaring af te
leggen.

 Krachtens artikel 5 Strafwetboek (Sw.), in werking getreden op 2 juli 1999, is een rechtspersoon strafrechtelijk verantwoordelijk voor misdrijven, die hetzij een intrinsiek verband hebben met de verwezenlijking van zijn doel of de waarneming van zijn belangen, of die, naar blijkt uit de concrete omstandigheden, voor zijn rekening zijn gepleegd.
De tweede beklaagde was eigenaar en vruchtgebruiker van de woning
en had dus de verantwoordelijkheid dat haar woning voldeed aan de Wooncode. Zij heeft onder meer het beheer van onroerende goederen tot doel. Het misdrijf werd gepleegd in het kader van de exploitatie van de vennootschap en dus in haar belang en ter verwezenlijking van haar doel.
De vennootschap is nalatig geweest. De naleving van de Wooncode was
geen prioritaire bedrijfszaak