Rechtbank eerste aanleg Gent | 01-06-2010

Referentie:
WI 4071.014
Type rechtbank:
Rechtbank eerste aanleg
Jurisdictie:
Gent
Trefwoorden per materie:
Wonen

Het feit dat zij toeliet dat een woning waarvan zij mede-eigenares was en die niet voldeed aan de woonkwaliteitsnormen werd verhuurd, kan niet begrepen worden als een daad van mededaderschap: het is niet aangetoond dat zonder haar instemming het wanbedrijf niet had kunnen worden gepleegd. Dat de huurgelden het gezin in zijn geheel ten goede kwam, is ook geen daad van mededaderschap. Het delen in de wederrechtelijke opbrengst is nog iets anders dan het verstrekken van onontbeerlijke hulp. De beklaagde vraagt dat zou afgezien worden van het bevelen van herstel. Herstel is een bijzondere vorm van teruggave. (…) De strafrechter mag de teruggave slechts bevelen wanneer hij het bestaan van een wetsovertreding vaststelt. Wanneer de wetsovertreding wordt vastgesteld is de teruggave evenwel verplicht. De rechtbank kan dus niet afzien van het bevelen van herstel. De herstelvorderende partij vordert bij wijze van herstel de veroordeling tot het uitvoeren van werken waardoor het pand opnieuw voldoet aan de kwaliteitsnormen, hetgeen impliceert het wegwerken van alle gebreken aan het pand. De meeste gebreken werden in de loop van het onderzoek weggewerkt, doch niet alle. Meer bepaald bleek bij het laatste nazicht dat het buitenschrijnwerk, dat algemeen verweerd is, nog moest vervangen worden. Tevens werd vastgesteld dat de uitgevoerde herstellingen op niet professionele wijze werden uitgevoerd. Het is dus onzeker of deze herstellingen zullen hebben standgehouden tot op de dag van de uitspraak. De vordering tot herstel is dus integraal rechtmatig en gegrond.