Rechtbank eerste aanleg Brugge | 28-10-2015

Referentie:
BG 015.2012
Type rechtbank:
Rechtbank eerste aanleg
Jurisdictie:
Brugge
Trefwoorden per materie:
Gevolgen vastgesteld misdrijf huurovereenkomst
Wonen
  • De gewestelijke woningkwaliteitsnormen zijn van openbare orde.

De gewestelijke kwaliteitsnormen zijn de absolute minimumgrens waaronder geen verhuring mogelijk is, zelfs indien de huurder ermee akkoord zou gaan.

  • Overeenkomstig art. 44 en 45 Sw. en 1382 B.W. is de beklaagde gehouden tot integrale vergoeding van de schade die voortvloeit uit de misdrijven waaraan zij schuldig is verklaard en uit hoofde waarvan zij veroordeeld wordt.

De vordering zoals door de burgerlijke partij voor de vrederechter gesteld betreft een vordering voortvloeiende uit de vernietiging dan wel ontbinding van de huurovereenkomst en geen vordering tot vergoeding van schade uit een misdrijf.

De burgerlijke partij kan overeenkomstig art. 44 en 45 Sw. en 1382 B.W. terugbetaling vorderen van de huurgelden die zij betaalde gedurende de in de dagvaarding voorziene incriminatieperiode.

Dit verhindert evenwel niet dat de eigenaar die tot de restitutie van de huurgelden is gehouden, op grond van ongegronde verrijking aanspraak kan maken op een vergoeding voor de bezetting van het gehuurde goed.

In casu kan bezwaarlijk worden gesteld dat de burgerlijke partij zich zou hebben verrijkt: aan het gelijkvloers werden op 30 augustus 2012 door de Wooninspectie wel 71 strafpunten toegekend.