[M.b.t. huisjesmelkerij] De beklaagde kan zich niet verschuilen achter het gegeven dat enkele huurders hun huur betaalden via het OCMW. Het feit dat het OCMW bij de maatschappelijke onderzoeken geen alarm sloeg kan de beklaagde geenszins als element à décharge dienen. … Het is evident dat een OCMW, in praktijk een maatschappelijk werker, zich op geen enkele manier een dergelijk totaalbeeld kan vormen. Dergelijke praktijken ontmaskeren is enkel de taak van politie en justitie, terwijl een OCMW als enige finaliteit heeft het waarborgen van een menswaardig bestaan in hoofde van de hulpvragers. Het gegeven dat de huurders van de beklaagde niet zelden als hulpvrager een dossier hadden lopen bij het OCMW illustreert en onderstreept naar de mening van de rechtbank enkel het hoger aangehaalde misbruik van de precaire situatie waarin de huurders veelal verkeerden. De rechtbank is terzake voldoende ingelicht en acht het bijgevolg onnodig de respectieve directeurs van de OCMW’s van … en … als getuige te horen, zoals door de beklaagde voorgesteld. Van enig mededaderschap in hoofde van de openbare diensten kan om deze redenen hoegenaamd geen sprake zijn, zoals door de beklaagde gesuggereerd. Dit alles werd cash aan de beklaagde betaald. Van dit alles werd geen euro aan de belastingen aangegeven. Sterker nog, lopende dit alles stond de beklaagde ook nog eens ingeschreven als werkloze en cumuleerde hij zijn riante inkomsten met maandelijks stempelgeld. Dit stempelgeld diende, frappant, louter om zijn personenauto Chrystler 300C af te betalen. Beklaagde wist zeer goed welke huurders hij aantrok. Het was in de panden die hij verhuurde een voortdurend komen en gaan van autochtone en allochtone huurders met als gemeenschappelijk kenmerk dat zij maatschappelijk zwak stonden. Vrijwel allen hadden ze lage inkomsten, niet onbelangrijke schulden, sommige een bezwarend gerechtelijk verleden of een precaire administratieve verblijfssituatie, enz. … Sommigen sleepten een gerechtelijk verleden met zich mee, anderen waren ziek, zaten aan lager wal, waren voor hun inkomen afhankelijk van het OCMW, zaten in collectieve schuldenregeling of werden door de beklaagde een geschreven huurovereenkomst ontzegd. … De beklaagde wist zeer goed dat hij met mensen in een bijzonder kwetsbare positie te maken had.