Rechtbank eerste aanleg Antwerpen | 16-04-2012

Referentie:
WI 1002.058
Type rechtbank:
Rechtbank eerste aanleg
Jurisdictie:
Antwerpen
Trefwoorden per materie:
Herbestemming / sloop
Wonen

Deze woonentiteiten zijn onwettig doorgevoerd, zonder vergunning. Beklaagde werd hiervoor niet verantwoordelijk geacht door de rechtbank, doch de stedenbouwkundige inbreuken zijn er wel. Gezien er derhalve wel een wettelijk beletsel bestaat om het herstel van alle opgesomde gebreken op te leggen, lijkt de vordering van het College van Burgemeester en Schepenen, onredelijk en onwettig. Het uitvoeren van renovatie-, verbeterings-, of aanpassingswerken aan niet-vergunde woningen maakt het integraal herstel, wat blijkt uit de uitvoerige opsomming van de gebreken met betrekking tot de hele woning en twee verschillende woongelegenheden, onmogelijk. De vordering wordt afgewezen. Met betrekking tot de herstelvordering van de Wooninspecteur cfr. art. 20bis van de Vlaamse Wooncode. De parlementaire voorbereiding van de decreetswijziging van art. 20bis vermeldt geenszins dat de principiële verplichting om de gebreken integraal te herstellen niet kan. Enkel als integraal herstel niet mogelijk is moet de rechter de alternatieve herstelmaatregel bevelen. Gelet op de voorgaande motivering, dat integraal herstel hier onmogelijk is gelet op de stedenbouwkundige inbreuken, lijkt de vordering van de Wooninspecteur hier niet kennelijk onredelijk. Deze herstelvordering is gemotiveerd vanuit het oogpunt van elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten. Door het opleggen van deze herstelvordering wordt vermeden dat verkrotte woongelegenheden opnieuw bewoond worden. Deze maatregel belet ook niet dat beklaagde de woonentiteiten toch herstelt na het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning. Beklaagde kan nog melding doen van het herstel van de gebreken cfr. art. 20bis§6 Wooncode. Derhalve wordt deze herstelvordering toegekend