Hof van Beroep Gent | 30-09-2016

Referentie:
KO 002.2014
Type rechtbank:
Hof van Beroep
Jurisdictie:
Gent
Trefwoorden per materie:
Artikel 23 Grondwet
Begrip seizoensarbeider
Wonen

De beklaagde voert verder aan dat er sprake is van gewone kamerverhuur, doch dat de

Poolse werknemers tewerkgesteld zijn als gelegenheidsarbeiders en dat de normen van

kamers voor seizoenarbeiders moeten worden toegepast, wat gevolgen heeft voor de

verplichte minimumoppervlakte van de kamers.

Uit de dossiergegevens volgt niet, en de beklaagde toont niet aan, dat de Poolse

werknem.crs handarbeiders tewerkgesteld in de champignonteelt zijn, in de zin van artikel 1,

17° van het besluit van 12 j u l i 2013 van de Vlaamse regering betreffende de kwaliteits- en

veiligheidsnormen voor woningen, zodat het middel feitelijke grondslag mist

 

 

De omstandigheid dat de bewoners geen klachten zouden gehad hebben, is geen reden om

t o t het tegendeel t e besluiten. Nog afgezien van de omstandigheid dat de huurders dikwijls

geen klacht durven neerleggen, is hun mening of aanvoelen over do kwaliteit, gezondheid en

veiligheid van de woning, die zij huren, geenszins strafrechtelijk schuldbevrijdend.

 

De beklaagde verhuurde woningen die niet voldeden aan de elementaire eisen van kwaliteit,

gezondheid en veiligheid. Dit bracht mee dat er gevaar bestond voor de bewoners. De

beklaagde schond aldus een door de Grondwet gewaarborgd recht, namelijk het recht op

het leiden van een menswaardig leven, waartoe het recht op een behoorlijke huisvesting

behoort. De beklaagde stelde duidelijk vooral zijn eigen financiële belangen voorop en wilde

zo weinig mogelijk kosten maken. Dergelijke feiten zijn objectief ernstig.