Hof van Beroep Gent | 27-10-2009

Referentie:
WI
Type rechtbank:
Hof van Beroep
Jurisdictie:
Gent
Trefwoorden per materie:
Wonen

Het Hof is van oordeel, waar er weliswaar dient te worden vastgesteld dat er een belangrijke vertraging in de vervolging van de beide beklaagden is opgereden tussen het aanwenden van het rechtsmiddel van het hoger beroep en het tijdstip waarop zij door het O.M. voor het Hof werden gedagvaard, dat er, rekening houdend met de datum van de laatste bewezen feiten in hoofde van ieder der beklaagden voornoemd, in het geheel van de strafvordering lastens de beide beklaagden geen sprake is van een onredelijke vertraging. Bij de beoordeling van de redelijkheid van de termijn van de strafvervolging dient de zaak in concreto en in haar geheel te worden bekeken: in casu heeft naar het oordeel van het Hof de uitzonderlijke hoge snelheid van de behandeling van de onderhavige zaak in eerste aanleg toegelaten dat er, voor de behandeling van de zaak in graad van hoger beroep, voorrang kon gegeven worden aan andere en meer urgente dossiers (bijvoorbeeld met aangehouden beklaagden). Het is niet aan het Hof het vervolgingsbeleid van het O.M. te beoordelen.