Voor het overige blijkt ook uit geen enkel ander gegeven dat het bevelen van de herbestemming - met name het ongedaan maken van de opsplitsing van de panden in meerdere woongelegenheden - of de sloop van de panden onredelijk, laat staan kennelijk onredelijk zou zijn. Ook het - als zodanig overigens niet relevante - verweer van de beklaagde dat de panden reeds meerdere jaren leeg staan, impliceert niet dat de sloop/herbestemming als alternatieve herstelmaatregel niet meer mogelijk of niet redelijk zou zijn. Het door de wooninspecteur gevorderde herstel is voor de beide panden nog noodzakelijk om tegemoet te komen aan de dwingende eisen van de Vlaamse Wooncode, en legt als zodanig geen onevenredige last op aan de beklaagde.
Aan het bovenstaande wordt evenmin afbreuk gedaan door de overige verweermiddelen van de beklaagde Maria Mouratidou, met name in zoverre deze voorhoudt:
- dat zij zich in een benarde financiële positie bevindt, met slechts een beperkt inkomen en een hoge schuldenberg;
- dat meerdere huurders hun huurdersverplichtingen niet zijn nagekomen;
- dat zij reeds meerdere jaren poogt om de beide panden te verkopen;
- dat zij steeds te goeder trouw heeft gehandeld.