Hof van Beroep Gent | 07-03-2014

Referentie:
WI
Type rechtbank:
Hof van Beroep
Jurisdictie:
Gent
Trefwoorden per materie:
Wonen
  • Sinds het bestreden vonnis zijn er geen bijkomende gegevens beschikbaar over de uitvoering van het herstel.

Het kan de wooninspecteur niet worden verweten dat er geen controle werd gedaan om na te gaan of het gevorderde herstel werd uitgevoerd. Dergelijke controle vindt immers pas plaats nadat de overtreders conform artikel 17bis, § 6 van het Kamerdecreet, thans artikel 20bis, § 5 Vlaamse Wooncode, de wooninspecteur en het college van burgemeester en schepenen van het uitgevoerde herstel op de hoogte hebben gebracht en nadat zij de vergoeding voor de controle hebben betaald. Artikel 20bis, § 6 van de Vlaamse Wooncode houdt bijgevolg een omkering van de bewijslast in; eens de bevoegde overheid een herstelvordering heeft uitgebracht, dient de overtreder het initiatief te nemen om een melding van herstel te doen. Zolang geen melding van herstel werd gedaan, moet de  rechter er in de regel van uitgaan dat het herstel nog niet werd doorgevoerd.

 

De stopzetting van de verhuring brengt in beginsel het einde mee van het vervolgde misdrijf, maar brengt niet mee dat de gebreken zijn weggewerkt. De herstelvordering van de wooninspecteur strekt tot het realiseren van de (thans) in artikel 5 Vlaamse Wooncode bedoelde elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsnormen. Zolang het bewijs van het herstel niet is geleverd, kan de herstelvordering regelmatig worden uitgeoefend.